Inleiding
Waardering van ecosysteemdiensten in een stedelijke omgeving: een handleiding
Hendrix Rik, Liekens Inge, De Nocker Leo, Vranckx Stijn, Janssen Stijn, Lauwaet Dirk, Brabers Leon, Broekx Steven
Hoofdstuk geluid: Van Renterghem Timothy (UGent), Liekens Inge
Studie uitgevoerd in opdracht van LNE, afdeling milieu-, natuur- en energiebeleid en ANB in 2015
digitale versie april 2025: aanpassing van methoden en cijfers
Te citeren als: Hendrix Rik, Liekens Inge, De Nocker Leo, Vranckx Stijn, Janssen Stijn, Lauwaet Dirk, Brabers Leon, Broekx Steven (2015). Waardering van ecosysteemdiensten in een stedelijke omgeving, digitale handleiding 2025. Studie in opdracht Departement Omgeving.
We willen de leden van de stuurgroep bedanken voor hun enthousiasme en input bij deze studie.
Samenvatting
Een ecosysteem levert goederen en diensten aan de mens, die een effect hebben op de welvaart of het welzijn van een maatschappij. Deze ecosysteemdiensten zijn vaak publieke diensten waarvoor niet betaald wordt op een markt, waardoor hun bijdrage aan onze welvaart vaak verborgen blijft. Deze waarde niet erkennen kan leiden tot een overexploitatie van ecosystemen en tot onevenwichtige beleids- en investeringsbeslissingen.
Deze handleiding is een hulpmiddel om effecten op groene ruimtes kwalitatief, en waar mogelijk ook kwantitatief en monetair op te nemen in verschillende beslissingskaders. Ze biedt u methodes om veranderingen in verschillende ecosysteemdiensten kwalitatief, kwantitatief en monetair te waarderen. De methodes beschreven in deze handleiding worden ook toegepast in de webtool "Natuurwaardeverkenner Stad" (https://natuurwaardeverkenner.be/) waarmee u zelf kan verkennen welke ecosysteemdiensten belangrijk zijn in uw gebied of worden beïnvloed door uw project.
Ecosysteemdiensten worden klassiek opgedeeld in 4 grote groepen: de producerende diensten, de regulerende diensten, de culturele diensten en de ondersteunende diensten. De producerende diensten omvatten de levering van producten die men verkrijgt uit ecosystemen zoals genetische bronnen, voedsel, vezels en grondstoffen. De regulerende diensten zijn de voordelen die de mens verkrijgt doordat ecosystemen bepaalde processen helpen reguleren zoals klimaat en waterkwaliteit. De culturele diensten zijn die diensten die zorgen voor geestelijke verrijking, cognitieve ontwikkeling, recreatie en esthetische beleving. De ondersteunende diensten zijn diensten die nodig zijn voor de levering van alle bovenstaande diensten zoals bodemvorming, fotosynthese en de voedselkringloop. Ondersteunende diensten komen niet afzonderlijk aan bod in deze handleiding omdat ze reeds gewaardeerd worden via de andere diensten.
Deze handleiding is een uitbreiding op de bestaande handleiding (Liekens et al., 2013) voor terrestrische ecosystemen zoals bossen, heide, akkers en weilanden. Er wordt gewerkt met andere groenclassificatie-systemen en met andere berekeningsmethodes die beter geschikt zijn om te gebruiken in stedelijke omgeving.
In deze handleiding geven we voor verschillende ecosysteemdiensten methodes voor de kwalitatieve, kwantitatieve en monetaire waardering, voor zover ze beschikbaar en makkelijk toepasbaar zijn voor een stedelijke context.
We willen onderstrepen dat de voorgestelde berekeningen een ruwe schatting geven van de verschillende baten die groenblauwe ruimte levert. Indien een ecosysteemdienst zeer belangrijk blijkt te zijn of discussies oproept bij stakeholders, bevelen we aan om een meer gedetailleerde ecologische en/of economische modellering te gebruiken. Sommige waarden van groen-blauwe ruimte kunnen niet gekwantificeerd worden, maar kunnen belangrijk zijn in de communicatie bijv. cohesie.
Verder willen we benadrukken dat de cijfers een waardering geven vanuit antropocentrisch standpunt, en niets zeggen over het biologische/ecologische belang van bepaalde ecosystemen voor plant- en diersoorten of over de zeldzaamheid van bepaalde ecosystemen. De cijfers geven beleidsmakers een eerste ruwe inschatting van het welvaartsverlies wanneer ecosysteemdiensten verdwijnen of aangetast worden. Ze kunnen helpen bij het opmaken van klimaatadaptatie en groenplannen, om bepaalde keuzes/investeringen voor groenaanleg en groenbeheer te verantwoorden en bij een keuze tussen alternatieve locaties of groentypes voor de (her)aanleg van groen.
Doelstelling van deze handleiding
Vaak wordt nog teveel terug gegrepen naar technische maatregelen om uitdagingen aan te pakken. Groen-blauwe maatregelen dragen vaak bij tot het oplossen van meerdere uitdagingen. Deze baten in kaart brengen is niet evident. Veel gevalstudies en onderzoek over de baten van groen-blauwe ruimte zijn terug te vinden in wetenschappelijke literatuur, maar het is niet gemakkelijk om de resultaten ervan te vertalen in praktisch bruikbare methodes om verschillende scenario's te vergelijken.
Deze handleiding wil in de eerste plaats pragmatische methodes aanreiken om veranderingen in de levering van ecosysteemdiensten (ESD) te waarderen in stedelijke omgeving. Deze handleiding is een uitbreiding op de bestaande handleiding voor terrestrische ecosystemen zoals bossen, heide, akkers en weilanden. Ze kan een hulpmiddel zijn voor iedereen (beheerders, landontwikkelaars, overheden, natuurorganisaties of actieve inwoners) die het sociaal-economische belang van groen-blauwe ruimte in de stad in kaart wil brengen. Dat kan men doen om de waarde van veranderingen aan te tonen, om de baten van investeringen te waarderen of verschillende mogelijke opties met elkaar te vergelijken.
De handleiding biedt een stappenplan om bij uitbreiding, inkrimping of veranderingen in stadsgroen de effecten op ecosysteemdiensten te schatten en vervolgens de welvaartseffecten daarvan in beeld te brengen. De handleiding geeft aan voor verschillende ecosysteemdiensten wat deze dienst juist inhoudt en hoe men die dienst kwalitatief, kwantitatief en/of monetair kan waarderen. Ze geeft aan wat de uitgangspunten zijn, welke inputdata nodig zijn en waar men deze data kan vinden. Tot slot wordt elke ecosysteemdienst geïllustreerd met een voorbeeld. Deze gegevens zijn gebaseerd op voortschrijdende inzichten inzake de kwalitatieve, kwantitatieve en monetaire waardering van ecosysteemdiensten.
De methodes beschreven in deze handleiding worden toegepast in de webtool "Natuurwaardeverkenner Stad" (https://natuurwaardeverkenner.be/) waarmee u zelf kan verkennen welke ecosysteemdiensten belangrijk zijn in uw gebied of worden beïnvloed door uw project. Ook kan u via deze link meer achtergrondinformatie over de gebruikte methodes bekomen. Een deel van de benodigde informatie voor de kwantificering van sommige ecosysteemdiensten zit in de tool vervat.
Waarderen van ecosysteemdiensten
Wat zijn ecosysteemdiensten?
De mens maakt gebruik van een brede waaier aan diensten en grondstoffen die door ecosystemen worden geproduceerd. Deze voordelen zijn algemeen bekend onder de noemer 'ecosysteemdiensten' en omvatten zowel producten (bijv. drinkwater) als processen (bijv. decompositie van afval) (Jacobs et al. 2010). Samen met de groei van de bevolking groeit ook de vraag naar grondstoffen en diensten geleverd door ecosystemen. Velen verkeerden lang in de veronderstelling dat ecosysteemdiensten gratis, onkwetsbaar en onuitputtelijk zijn. Vandaag wordt de impact van menselijk gebruik en misbruik meer en meer duidelijk. Oceanen zijn overbevist. Plagen en ziektes breiden uit buiten hun historische grenzen. Er wordt gebouwd in natuurlijke overstromingsgebieden waardoor er geen natuurlijke bescherming meer is tegen overstromingen enz.
Het besef groeit dat de diensten die ecosystemen leveren eindig zijn en bedreigd worden, en dat een afweging moet gemaakt worden tussen menselijke belangen op korte en lange termijn. Het concept om natuur en landschappen te beschouwen als producenten van ecosysteemdiensten stelt ons in staat om de baten van natuur en landschap te waarderen en biedt een kader om de verschillende sociale, economische en omgevingsaspecten samen te brengen en te integreren.
In een Internationale context krijgt het begrip ecosysteemdiensten ook veel aandacht. De Verenigde Naties brachten in 2005 het Millennium Ecosystem Assessment (MA, 2005) uit. Meer dan 1360 wetenschappers en experten wereldwijd maakten hierin een stand van zaken op van de biodiversiteit en natuurlijke hulpbronnen die ter beschikking van de mens staan. Ze concludeerden dat wereldwijd 15 van de 24 onderzochte ecosysteemdiensten achteruit gaan omdat ze niet duurzaam worden gebruikt. Deze conclusie van de academische wereld heeft ook meer en meer politici en beleidsmakers doen inzien dat het ecosysteemdiensten-concept belangrijk is. Zo wordt in de "United Nations conference on sustainable development (RIO+20)" verwezen naar het vrijwaren van gebieden waar biodiversiteit en ecosysteemdiensten belangrijk zijn.
In de EU-biodiversiteitstrategie onderstreept de commissie het belang van ecoysteemdiensten en stelt ze dat ze wil investeren in het in kaart brengen en waarderen van ecosysteemdiensten en hun onderliggende processen (het MAES-project; MAES 2013). Het TEEB - initiatief (The Economics of Ecosystems and Biodiversity, TEEB 2010) biedt een kader om de economische baten van biodiversiteit of de stijgende kosten voor een verlies aan biodiversiteit in kaart te brengen. De onderzoekers lanceerden naast de opgesomde diensten in MEA ook de term habitatdiensten, om het belang van ecosystemen te onderstrepen als habitat voor migrerende soorten (bijv. kinderkamerfunctie) en als beschermer van de genetische diversiteit.
Recent is er een wereldwijd Intergovernmental Panel for Biodiversity and Ecosystem Services (IPBES) opgericht naar analogie met het IPCC. Hierin zijn tussen 2015-2021 een heel aantal assessments gemaakt rond de toestand van ecosysteemdiensten in de wereld met ook veel aandacht rond de sociale baten die groene ruimte voortbrengen. Binnen IPBES werd de term ecosysteemdiensten uitgebreid en spreekt men van "Nature's contributions to people (NCP)" (instrumentele waarde) (Nai Pascual et al. 2017). IPBES breidt het waardestelsel ook uit met de intrinsieke waarde van natuur (niet anthropecentrische waardering) en de relationele waarde van natuur en de mens. De relationele waarde wordt gedefinieerd als de waarden die bijdragen tot gewenste relaties tussen mensen en groepen en tussen mensen en natuur.
Definities
Ecosysteem = het geheel van biotische (levende) en abiotische (niet-levende) elementen die het samenleven van levende organismen in een bepaald gebied kenmerken (uit "Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu", 21/10/1997).
Ecosysteemdiensten = de goederen en diensten geleverd door een ecosysteem die bijdragen tot voordelen (baten) voor de mens (MA, 2005). Deze bestaan uit:
- Producerende diensten: De producten die uit ecosystemen worden verkregen, zoals bijvoorbeeld genetische bronnen, voedsel, vezels en grondstoffen zoals hout, riet, ….
- Regulerende diensten: De voordelen die worden verkregen uit de regulering van ecosysteemprocessen, waaronder bijvoorbeeld de regulering van klimaat, water en sommige menselijke ziekten.
- Culturele diensten: De immateriële geneugten die mensen putten uit ecosystemen door geestelijke verrijking, cognitieve ontwikkeling, recreatie en esthetische beleving.
- Ondersteunende diensten: deze diensten zijn nodig voor de levering van alle bovenstaande diensten zoals bodemvorming, fotosynthese, voedselkringloop.
Biodiversiteit is de verscheidenheid van het leven in al zijn vormen, combinaties en organistatieniveau's (bijvoorbeeld op genetisch vlak, op vlak van soorten en op vlak van ecosystemen). (VLIZ 2014-2016).
Biodiversiteit is in de meeste classificaties geen ecosysteemdienst. Soms wordt ze als "ondersteunende dienst" beschouwd die bijgevolg niet apart moet gewaardeerd worden. In "The Economics of Ecosystems and Biodiversity" (TEEB, 2010) spreekt men ook nog van habitatdiensten om het belang van ecosystemen te onderstrepen als habitat voor migrerende soorten (bijv. kinderkamerfunctie) en als beschermer van de genetische diversiteit. De link tussen biodiversiteit en ecosysteemdiensten is zeer complex om te leggen. De bestaande literatuur leert ons wel dat hoe hoger de biodiversiteit hoe groter het aantal ecosysteemdiensten dat geleverd wordt en hoe gemakkelijker de levering van ecosysteemdiensten gewaarborgd blijft bij hevige schokken.
Wat is de economische waarde van een ecosysteem?
Wanneer we aan de waarde van iets denken, denken we vaak aan het nut of belang dat iets voor ons heeft. Met andere woorden de waarde geeft aan hoe graag iemand iets wil hebben. In economische termen betekent waarde "hoeveel van iets anders we ervoor willen opgeven". Deze waarde wordt bepaald door individuele voorkeuren. Omdat waarde op zichzelf een ongrijpbaar begrip is, is de mens al vroeg op zoek gegaan naar mogelijkheden om deze waarde meetbaar te maken. Zo werd waarde vroeger uitgedrukt in hoeveelheden tastbare goederen zoals graan of metaal. Vandaag wordt waarde klasiek uitgedrukt in geldtermen. Het geld dat een individu wil betalen voor iets, vertelt ons iets over wat deze persoon wil opgeven aan andere goederen en diensten om dat ene goed of die ene dienst te verkrijgen. Dit noemen we de betalingsbereidheid.
Heel vaak wordt verondersteld dat de marktprijs gelijk is aan de waarde van een goed of dienst. Niets is minder waar. Voor ecosysteemdiensten is de waarde zelden gelijk aan de prijs die we betalen, omdat de meeste ecosysteemdiensten niet terug te vinden zijn op een markt en dus "gratis" zijn. Dat wil niet zeggen dat hun waarde "0" is of dat we deze waarde niet kunnen bepalen. Hiervoor bestaan verschillende methoden die in deze handleiding kort worden toegelicht. Ook de ecosysteemdiensten die wel verkocht worden, hebben niet noodzakelijk de juiste prijs omdat de markt niet perfect werkt (bijv. subsidies, milieukosten die niet doorgerekend worden).
De bedoeling van een economische waardering van een ecosysteem is om de totale economische waarde ervan te bepalen, of met andere woorden om te bepalen wat de totale bijdrage is van ecosystemen aan de menselijke welvaart en welzijn. Een ecosysteem kan hierbij breder gezien worden dan natuurgebieden. Ook landbouwgebieden of stedelijk groen leveren ecosysteemdiensten.
Onderstaande figuur geeft een overzicht van de verschillende aspecten van economische waarde in een ecosysteem. De totale economische waarde bestaat uit twee grote delen: de gebruikswaarde en de niet-gebruikswaarde. Deze waarden worden nog eens verder onderverdeeld en vaak afzonderlijk gewaardeerd door verschillende methodes.
Figuur: Totale economische waarde van ecosystemen en mogelijke waarderingsmethoden
Bron: op basis van Hanley et al, 1997
De gebruikswaarde omvat:
- een directe gebruikswaarde: we ontlenen goederen en diensten direct aan het ecosysteem zoals bijv. hout, recreatie, beleving van het ecosysteem.
- een indirecte gebruikswaarde: we ontlenen diensten die een indirect effect hebben op onze welvaart en leiden tot kostenbesparingen voor de maatschappij als geheel zoals de zuivering van water, bescherming tegen overstromingen, …
De niet-gebruikswaarde omvat:
- een overdrachtswaarde: het beschikbaar zijn van groene ruimte is belangrijk voor huidige en toekomstige generaties
- een bestaanswaarde: we hechten belang aan het feit dat er ruimte is voor planten en dieren en aan de aanwezigheid van deze planten en dieren zelf.
- een optiewaarde: We hechten waarde aan het feit dat een gebied ons de mogelijkheid geeft om in de toekomst gebruik te maken van een goed of dienst (zonder dat we er daarom effectief gaan gebruik van maken). In de literatuur wordt deze waarde soms bij de gebruikswaarde gerekend.
Naast de economische waarde wordt aan groene ruimte ook een intrinsieke waarde toegeschreven. Dit is de waarde die iets heeft, los van zijn context, van zijn omgeving of zijn positie in een groter geheel. De natuur heeft een waarde op zich zonder dat het voor de mens een waarde moet hebben. Intrinsieke waarde is niet te verwarren met de bestaanswaarde (de waarde die wij hechten aan het bestaan van planten en dieren.)
Waarom de economische waarde van een ecosysteem bepalen?
Ecosystemen bieden een waaier van diensten die bijdragen tot onze welvaart (zie kader). De economische waarde van onze ecosystemen met hun rijke biodiversiteit is dus groot. Ondanks haar belang voor de maatschappij en onze economie en het bestaan van heel wat wetgeving (denk maar aan de habitat- en vogelrichtlijn en het Vlaamse natuurdecreet ) gaat de globale biodiversiteit nog steeds achteruit. Natuurdoelstellingen worden vaak niet gehaald, hoewel het aantal realisaties op het terrein toeneemt. In heel veel beslissingen worden de baten van ecosystemen genegeerd. De belangrijkste redenen hiervoor zijn:
- Ecosystemen hebben vele vormen van baten en zijn wijdverspreid. Niet alle baten zijn meteen lokaal zichtbaar. Een voorbeeld is de regulerende functie voor waterretentie. De gevolgen van verharding zijn vooral stroomafwaarts voelbaar.
- Er is een spanningsveld tussen private baten en maatschappelijke baten. Bijv. opbrengsten van woningbouw waarbij wordt ontbost ten opzichte van de baten die een bos kan voortbrengen als groene long, klimaatregulatie, recreatie enz.
- Slechts weinig ecosysteemdiensten worden op de markt verhandeld en hebben een directe, financiële impact op de beslissingnemer.
- Kosten voor behoud en herstel van ecosystemen moeten meteen betaald worden en moeten vaak lokaal gebeuren, terwijl veel baten bovenlokaal zijn en pas in de toekomst tot uiting komen. Een voorbeeld is de aanleg van bufferstroken op landbouwgronden om te zorgen dat waterlopen niet vervuild worden.
Economisch waarderen kan helpen op verschillende vlakken:
- De economische waarde van ecosystemen en veranderingen zichtbaar maken en hierover communiceren, helpt om publieke steun en participatie te verwerven voor milieu- en natuurinitiatieven.
- Beheerders maken dag in dag uit keuzes over de allocatie van budgetten. Deze keuzes zijn impliciet of expliciet gebaseerd op maatschappelijke waarden. Steeds meer worden zij geconfronteerd met vragen over de verantwoording van hun keuzes voor natuurbehoud en herstelprojecten en de maatschappelijke welvaart die dit creëert.
- De verschillende gevolgen van natuurprojecten inzichtelijk maken draagt bij tot betere besluitvorming waarbij meer wordt gezocht naar win-win situaties tussen diverse economische, milieugerelateerde en sociale doelstellingen.
- De waarde van veranderingen aan groene ruimte kan men meenemen in beslissingsondersteunende instrumenten zoals
- kosteneffectiviteitsanalyses om conservatie en herstelprojecten te prioriteren of om aan te tonen hoeveel projecten opbrengen per € gespendeerd;
- maatschappelijke kosten-batenanalyses om verschillende projecten of beleidsprogramma's te vergelijken;
- multicriteria-analyses.
Ecosysteemdiensten in een stedelijke omgeving
Uit diverse gesprekken met eindgebruikers van de natuurwaardeverkenner blijkt dat er een duidelijke vraag is om ecosysteemdiensten te berekenen voor groenblauwe infrastructuur in een meer verstedelijkte omgeving.
We lijsten een aantal specifieke vragen op zoals die in het verleden gesteld zijn voor de bestaande natuurwaardeverkenner of in overlegmomenten met administraties/lokale besturen voor andere projecten.
- Studiebureau: alternatieve inrichtingsvarianten met groene elementen van nieuwbouwwijken vergelijken
- Politieke partij: wat is economisch verlies door het verwijderen van een bomenrij in een straat?
- Stad: hoe kunnen we alternatieve ontwerpen voor grootschalige herontwikkelingsprojecten met elkaar vergelijken?
- Administratie: hoe de impact van alternatieve herontwikkelingen van brownfields vergelijken?
- Administratie: aantonen waarom investeren in groen in stedelijke context loont.
- Gemeente: welke groenelementen zijn interessant om te subsidiëren (groendaken, gevelgroen,…)?
- Gemeente: hoe de weigering van een vergunning voor een “slecht” project onderbouwen?
Enerzijds vinden er frequenter veranderingen plaats (bouwprojecten) waardoor de vraag naar impacts vaker wordt gesteld. Anderzijds is het aanbod van ecosysteemdiensten beperkter (minder groen aanwezig, kleinere groenvormen) en de vraag veel groter (meer bevolking nabij) waardoor de potentiële meerwaarde van een goede inrichting groot kan zijn. Dit wordt ook bevestigd in diverse overzichtsrapporten zoals Aertsens et al., 2012 (Investeer in groen, winst verzekerd) of Gomez-Bagetthun en Barton, 2013.
De belangrijkste vraagstelling is het becijferen van de maatschappelijke waarde van groenblauwe ruimte in een stedelijke omgeving. Dit betekent dat we aangeven of en in welke mate groene ruimte een positieve impact heeft op gezondheid, recreatie, horeca, wonen, luchtkwaliteit, geluidshinder, etc.
Handleiding en webtool voor een stedelijke omgeving
Voor veel van deze vraagstellingen kan de bestaande natuurwaardeverkenner geen goed antwoord bieden. In verstedelijkte omgeving is groen-blauwe infrastructuur kleinschaliger, zijn er andere groen-classificaties van belang, zijn er andere ecosysteemdiensten belangrijk en zijn ook de rekenmethodes anders. Vandaar ook de noodzaak om tot een alternatieve handleiding en tool te komen voor de verstedelijkte omgeving.
Deze handleiding wijkt in grote mate af van de handleiding voor terrestrische ecosystemen.
Ander groenclassificatiesysteem: waar de bestaande natuurwaardeverkenner zich vooral focust op terrestrische ecosystemen zoals bossen, heide en graslanden vertrekt de natuurwaardeverkenner stad van een heel andere indeling. Deze indeling komt in detail aan bod in deze paragraaf en bevat naast de voor de handliggende groenvormen als een park of bos ook meer kunstmatige groenvormen als groendaken en gevelgroen. Omdat we ook op kleinere schaal werken is het ook belangrijk om stedelijk landgebruik verder te diversifiëren in het type bodembedekking (gesloten, half-open, open verhardingsvormen) gezien dit ook een sterk verschillende impact heeft op diverse ecosysteemdiensten.
Focus op andere ecosysteemdiensten: uit een literatuur review blijkt dat andere ecosysteemdiensten belangrijk zijn in een stedelijke omgeving. Zo zijn diensten als landbouwproductie en houtproductie minder belangrijk, maar zijn andere diensten als voedselproductie in tuinen en lokale klimaatregulatie (stedelijk hitte-eilandeffect) belangrijker. Een literatuuroverzicht en de selectie van de opgenomen diensten wordt besproken in deze paragraaf.
Andere berekeningsmethodes: gezien de classificatie van groenvormen anders is en ook de lokale context heel anders is (meer vraag naar diensten, meer milieudrukken, minder groen aanwezig), zijn de berekeningsmethodes aangepast voor nagenoeg alle diensten. De gedetailleerde methodes per dienst komen aan bod in hoofdstukken 5 tot 8.
Beoogde eindgebruikers
De beoogde eindgebruikers voor dit instrument situeren zich op verschillende niveaus. We lijsten de naar ons insziens belangrijkste op.
- Gemeentes/Steden: het instrument zal vooral gericht zijn op gemeentelijke en stedelijke context. De hoofdambitie is onderbouwing geven bij stadsplanning en de groene inrichting hiervan, en alternatieve inrichtingen te kunnen vergelijken. Dit kan gebeuren door ambtenaren zelf of door studiebureaus in opdracht van steden en gemeentes. Ook als middel voor communicatie met burgers kunnen de resultaten interessante mogelijkheden bieden. Verder zullen nieuwe Europese structuurfondsen voor steden zich meer richten op groenblauwe netwerken. Men is hiervoor op zoek naar indicatoren om aanvraagdossiers te kunnen beoordelen of achteraf de resultaten ervan te evalueren. Vanuit EU zijn reeds lijsten met indicatoren beschikbaar die mogelijk hierbij aansluiten. Ook komt meer en meer de vraag naar hemelwaterplannen, groenplannen, klimaatadaptatieplannen...
- Provincies/Administraties: op hoger schaalniveau kan het instrument interessant zijn om bijvoorbeeld het belang/de doeltreffendheid van specifieke programma's voor lokale besturen aan te tonen of op te volgen. Voorbeeld is het Harmonisch Park en Groenbeheer. Kunnen aantonen aarom dit programma een maatschappelijke meerwaarde heeft, kan een stimulans zijn voor lokale besturen om hier meer gebruik van te maken.
- Projectontwikkelaars: projectontwikkelaars die indienen voor bepaalde herontwikkelingsprojecten kunnen mogelijk gebruik maken van een dergelijk instrument ter onderbouwing van hun dossier, of idealiter bij het ontwerp van specifieke inrichtingsvarianten.
- Belangenorganisaties: organisaties zoals Natuurpunt en Ademloos hebben reeds gebruik gemaakt van de bestaande natuurwaardeverkenner, vooral om debatten met lokale overheden beter te onderbouwen.
- Burgers: verschillende individuele burgers hebben reeds interesse laten blijken in dit soort tools. De beweegredenen zijn niet altijd even duidelijk. Dit is vermoedelijk vooral gedreven vanuit persoonlijke interesse in het thema. Mogelijks zullen burgers dit ook gebruiken in discussies met lokale overheden of onderlinge discussies.
Bronnen
Aertsens, J., De Nocker, L., Lauwers, H., Katelijne, N., Simoens, I., Meiresonne, L., Turkelboom, F. en Broekx, S. (2012). Daarom groen! Waarom u wint bij groen in uw stad of gemeente. Studie uitgevoerd in opdracht van: ANB – Afdeling Natuur en Bos; 144 p.
Gomez-Baggethun, Erik and Barton, David N. 2013. Classifying and valuing ecosystem services for urban planning. Ecological Economics 86 (2013) 235-245
Hanley N., Shogren, J.F., an White, B., 1997. Environmental Economics in Theory and Practice. New York and Oxford: Oxford University Press
Jacobs, S.; Staes, J.; Demeulenaere, B.; Schneiders, A.; Vrebos, D.; Stragier, F.; Vandevenne, F.; Simoens, I.; Van Der Biest, K.; Lettens, S.; De Vos, B.; Van der Aa, B.; Turkelboom, F.; Van Daele, T.; Batelaan O.; Temmerman, S. & Meire, P. 2010. Ecosysteemdiensten in Vlaanderen: Een verkennende inventarisatie van ecosysteemdiensten en mogelijkheden tot maximaliseren van ecosysteemwinsten. Universiteit van Antwerpen, Onderzoeksgroep Ecosysteem management, ECOBE 010-R127. . Studie in opdracht van het Agentschap Natuur en Bos (ANB).
Liekens Inge, Van der Biest Katrien, Staes Jan, De Nocker Leo, Aertsens Joris, Broekx Steven, 2013. Waardering van ecosysteemdiensten, een handleiding. Studie in opdracht van LNE, afdeling milieu-, natuur- en energiebeleid.
Millenium Ecosystem Assessment. 2005. Ecosystems and Human Well-Being: Synthesis. Washington, DC: Island Press.
TEEB 2010, The Economics of Ecosystems and Biodiversity Ecological and Economic Foundations. Edited by Pushpam Kumar. Earthscan, London and Washington