Methode
Hoe ecosysteemdiensten waarderen?​
Niet voor alle ecosysteemdiensten is dezelfde hoeveelheid aan informatie beschikbaar. Daarom stellen we een piramidebenadering voor zoals beschreven in Kettunen et. al. (2009). Hierbij worden in eerste instantie zoveel mogelijk diensten omschreven en wordt een kwalitatieve waardering gegeven. Dit gebeurt via scores die aangeven hoe belangrijk de ecosysteemdiensten zijn en hoe hun belang wordt beïnvloed door specifieke ingrepen.
In tweede instantie stellen we functies op voor een kleinere selectie van ecosysteemdiensten om de bio-fysische impact van een scenario te kwantificeren (kwantitatieve waardering). We meten de verandering in ecosysteemdiensten die het resultaat is van een verandering in landgebruik in termen van fysische impact op bijv. productie (ton biomassa), verontreiniging (kg vuilvrachtreductie) of recreatie (aantal bezoeken). De selectie gebeurt op basis van de beschikbaarheid van gegevens en de wetenschappelijke geloofwaardigheid van kwantificeringsfuncties. Ecosysteemdiensten waarvoor te weinig wetenschappelijke informatie of consensus bestaat, blijven in de eerste groep.
Vertrekkende van de kwantificering gaan we tot slot voor een nog kleinere groep ecosysteemdiensten ook functies of kengetallen ontwikkelen om de monetaire waarde te kunnen bepalen. Monetaire waardering is het uitdrukken van de effecten op ecosysteemdiensten in geldtermen. Dit kan op basis van verschillende methodes uit de milieu-economie. Meer details zijn te vinden in LNE (2008) of in Liekens et al. (2010).
Het voordeel van deze aanpak is dat we een zo volledig mogelijke bundel van ecosystemen waarderen. Zoals Kosoy en Corbera (2010) aangeven zijn waarderingsoefeningen die alleen één ecosysteemdienst onderzoeken misleidend. Enkel focussen op één ecosysteemdienst zoals bijvoorbeeld visvangst, kan leiden tot niet-duurzaam gebruik en desastreuze effecten op andere ecosysteemdiensten.
Het waarderen van een bundel ecosysteemdiensten betekent niet dat men alles moet waarderen. Het monetair waarderen van de huidige waarde van alle ecosystemen is op zichzelf weinig betekenisvol voor het beleid want zonder biodiversiteit is ook ons leven op aarde onmogelijk. Beslissingnemers zijn meer geïnteresseerd in de waardering van marginale (relatief kleine) veranderingen die plaatsvinden in de levering van ecosysteemdiensten. Daarom waarderen we verschillende alternatieve maatregelen en scenario's.
Figuur: De waarderingspiramide
bron: vertaling van Kettunen et al. (2009)
Vertaling naar indicatoren​
De waarderingscijfers zijn niet altijd goed communiceerbaar. Extra koolstofopslag van 100 ton is dat nu veel of niet? Daling van de voedselproductie met 125000€ is dat veel of niet? Recreatiebaten van 25.000€?
Om deze reden hebben we getracht om de waarderingscijfers ook te vertalen naar meer begrijpbare indicatoren bijv. Koolstofopslag gelijk aan de uitstoot van x personen, voedselproductie gelijk aan de consumptiebehoefte van x personen, x jobs in de recreatiesector. Per dienst wordt toegelicht welke indicatoren we gekozen hebben en hoe deze worden berekend.
De cijfers die gebruikt worden voor het berekenen van deze indicatoren komen o.a.uit het MIRA rapport ivm de ecologische voetafdruk van Vlaanderen (MIRA, 2010) het Milieukostenmodel (Broekx et al. 2008) en kengetallen externe kosten van autoverkeer (COPERT).
Beperkingen​
Niet alle diensten komen even goed aan bod​
In de handleiding proberen we zo volledig mogelijk te zijn met betrekking tot de verschillende ecosysteemdiensten. Uiteraard is niet over alle ecosysteemdiensten voldoende informatie beschikbaar.
We maken in deze handleiding zoveel mogelijk gebruik van de laatste stand van kennis op het vlak van waardering van ecosysteemdiensten, maar niet voor alle ecosysteemdiensten is de kennis en de onderbouwing even groot. Daarom zullen sommige ecosysteemdiensten meer gedetailleerd zijn uitgewerkt dan andere. Voor de dienst klimaatregulatie kunnen we bijvoorbeeld inschatten hoe de waarde van deze dienst wijzigt in de toekomst. Dit kunnen we niet voor andere diensten zoals de verbetering van de luchtkwaliteit. Ook is niet voor alle types stedelijk groen even goed gekend hoe zij specifieke ecosysteemdiensten beïnvloeden.
Voor sommige ecosysteemdiensten is het onmogelijk hun waardering te vertalen naar een eenvoudige waarderingsfunctie. We hebben in de handleiding aangegeven voor welke ecosysteemdiensten dit geldt en wanneer meer uitgebreide methodes en tussenkomst van een expert vereist zijn.
De berekende totale economische waarde als som van de waarden van de verschillende ecosysteemdiensten in de natuurwaardeverkenner is daarom slechts een ondergrens van de totale waarde van de groenblauwe ruimte.
Risico op dubbeltellingen​
Sommige ecosysteemdiensten kunnen elkaar overlappen. Eén van de grootste uitdagingen bij waardering is het vermijden van dubbeltellingen. Een aantal ecosysteemdiensten zijn moeilijk van elkaar te scheiden. Dat een bepaalde dienst geleverd wordt, hangt vaak rechtstreeks samen met een andere dienst. Enkele voorbeelden: een betere waterkwaliteit kan bijvoorbeeld bijdragen tot de drinkwaterproductie en visproductie; impact op geluid en luchtkwaliteit heeft bijvoorbeeld een effect op gezondheid; pollinatie en landbouwproductie zijn sterk met elkaar verbonden. Dit betekent dat we niet altijd eenduidig alle diensten afzonderlijk kunnen waarderen en vervolgens deze waarden kunnen optellen. Een goed hulpmiddel hierbij kan zijn om de ecosysteemdiensten in te delen in intermediaire en finale diensten (cfr. Fischer 2007). De intermediaire diensten zijn de functies (ondersteunende, regulerende) die een belangrijke bijdrage leveren tot de finale ecosysteemdiensten met baten voor de maatschappij. Vasthouden van water kan bijv. bijdragen aan bescherming tegen overstromingen. Enkel de finale diensten moeten we waarderen. Hoewel we hebben geprobeerd om dubbeltellingen zoveel mogelijk te vermijden, moeten gebruikers hier toch de nodige aandacht aan besteden bij de interpretatie van de handleiding.
Onzekerheid bij transfereren van waardes naar andere gebieden​
De tool maakt gedeeltelijk gebruik van benefit transfer. Hierbij is aandacht voor verschillen in context belangrijk. De waarden zijn enkel geldig bij de uitgangspunten vermeld bij de betreffende ecosysteemdiensten. Om de verschillen zo klein mogelijk te maken, maken we waar mogelijk gebruik van waarderingsfuncties waarbij ruimtelijke factoren maximaal worden geïntegreerd (zowel ecologische factoren die de natuurlijke processen beïnvloeden als factoren die de betalingsbereidheid van de mens beïnvloeden). Indien functies niet mogelijk zijn en we toch waardes uit de literatuur gebruiken definiëren we een lage en hoge waarde. Deze twee waarden geven dan de breedte uit de literatuur weer.
Bronnen​
Aertsens Joris, Leo De Nocker, Lauwers Hugo, Norga Katelijne, Simoens Ilse, Meiresonne Linda, Turkelboom Francis, Broekx Steven (2012) Daarom groen! Waarom u wint bij groen in uw stad of gemeente. Studie uitgevoerd in opdracht van: ANB – Afdeling Natuur en Bos.
Broekx Steven, Meynaerts Erika, Vercaemst Peter, 2008. Milieukostenmodel Water voor Vlaanderen. Berekeningen voor het stroomgebiedbeheerplan 2009. Studie uitgevoerd in opdracht van het Vlaams Gewest 2009/RMA/R/146
Fisher Brendan, Costanza Robert, Turner R.Kerry and Morling Paul, 2007. Defining and Classifying Ecosystem Services for Decision Making CSERGE Working Paper EDM 07-04.
Kettunen, M., Bassi, S., Gantioler, S. & ten Brink, P. 2009. Assessing Socio-economic Benefits of Natura 2000 – a Toolkit for Practitioners (September 2009 Edition). Output of the European Commission project Financing Natura 2000: Cost estimate and benefits of Natura 2000 (Contract No.: 070307/2007/484403/MAR/B2). Institute for European Environmental Policy (IEEP), Brussels, Belgium. 191 pp. + Annexes.
Kosoy Nikolas, Esteve Corbera, 2010. Payments for ecosystem services as commodity fetishism. Ecological Economics 69 (6) 1228–1236
Liekens I, Schaafsma M., Staes J., Brouwer R., De Nocker L., Meire P.(2010). Economische waardering van ecosysteemdiensten, een handleiding. Studie in opdracht van LNE, afdeling milieu-, natuur- en energiebeleid, maart 2010.
LNE 2008. Milieubaten of milieuschadekosten: waarderingsstudies in Vlaanderen.
MIRA 2010 https://researchportal.be/nl/publicatie/indicatorrapport-2010