Lokale en regionale klimaatregulatie
Beschrijving
Bij landgebruiksplanning in het algemeen en stadsplanning in het bijzonder zal men in de toekomst meer en meer rekening moeten houden met de adaptatie aan klimaatverandering en stedelijke hitte-eilandeffecten (de gemiddelde achtergrondtemperatuur in stedelijke gebieden is vaak 0,5 tot 1,5°C hoger dan in nabijgelegen landelijke gebieden). Groene infrastructuur heeft een belangrijk potentieel door de positieve microklimaateffecten, enerzijds als bron van koeling in dichtbevolkte steden op warme (zomer)dagen en anderzijds met een mogelijke vermindering van warmteverliezen op koude (winter)dagen (Akbari et al. 2001; EPA 1992; Methay et al. 2011; Shashua-Bar & Hoffmann 2000).
Vegetatie in stedelijke context kan het microklimaat aanzienlijk verbeteren dankzij 3 mechanismen: (1) het beperken van invallende zonnestraling op warme (zomer) dagen; (2) door evapotranspiratie van de vegetatie: de verdamping vergt energie en leidt tot lagere zomertemperaturen; (3) door te fungeren als windstopper, waardoor er op koude (winter)dagen minder warmteverliezen zijn. Door de impact op de ventilatie in stedelijke omgeving kan, in specifieke gevallen de luchtkwaliteit lokaal verslechteren (in street-canyons)(De Maerschalck et al. 2011).
Recent empirisch onderzoek over Nederlandse steden toont aan dat meer vegetatie in de stad het “stedelijk hitte- eilandeffect” kan afremmen (Steeneveld et al. 2011; De Ridder et al. 2015).
Deze ecosysteemdienst is opgenomen in de tool voor de stedelijke context .