Maatregel toevoegen
In de volgende stap gaat u de verschillende maatregelen toevoegen.
Maatregelen toevoegen​
Maatregelen zijn ingrepen die u doet om een ander landgebruik te bekomen. De Natuurwaardeverkenner werkt met een 60-tal verschillende landgebruiken.
Als u een ingreep uitvoert waarbij het beheer wordt aangepast bijv. vernatting maar waar op termijn de landgebruikcategorie niet wijzigt bijv. een soortenrijk grasland blijft een soortenrijk grasland dan kan u beheermaatregel (geen landgebruiksverandering) aanduiden. Pas dan wel de parameters aan die wel veranderen bijv. grondwaterstanden (zie later).
Als u een ingreep uitvoert waarbij het beheer wordt aangepast bijv. vernatting maar waar op termijn ook de landgebruikscategorie wijzigt bijv. een grasland wijzigt op termijn in een veengebied door het gebied te vernatten. Dan kiest u de maatregel "andere moerasvegetatie" maar moet u ook de grondwaterstanden aanpassen (zie later).
Voor het toevoegen van maatregelen klikt u op Maatregel toevoegen.
U heeft weer twee mogelijkheden:
- U heeft shapefiles van de locatie van de ingrepen ter beschikking
- U tekent uw maatregelen in
Opladen van maatregelen​
U klikt op "Upload een shapebestand"
Het bestand dat u kiest om op te laden moet voldoen aan de volgende voorwaarden:
- Upload een zipbestand met 1 shapebestand en bijhorende componenten (minstens .shp, .dbf en .shx)
- Het shapebestand bestaat uit één of meerdere polygonen waarvan er minstens 1 binnen het studiegebied valt.
- De polygonen die buiten het studiegebied vallen worden verwijderd.
- Het shapebestand mag geen punten of lijnen bevatten.
Na het uploaden van de zip-file, duidt u aan in welk geografisch projectsysteem uw shapefile staat en klikt u op "Upload".
Om de berekeningen uit te voeren, heeft de Natuurwaardeverkenner z'n eigen landgebruikstypes gedefinieerd. In dit scherm kan je jouw maatregelen koppelen aan een landgebruikstype uit de Natuurwaardeverkenner.
Elke shapefile heeft een attributentabel bestaande uit enkele kolommen. Elke kolom bevat een attribuut die een stukje informatie bevat over het object (polygoon) in de kaart. De tool zal alle attributen die in de opgeladen shapefile zitten oplijsten. Kies een attribuut dat informatie geeft over het landgebruik/habitat binnen het opgeladen shapebestand.
Kies voor elke unieke waarde uit je shapebestand een landgebruiksstype uit de natuurwaardeverkenner. Bij een mix van meerdere landgebruiken binnen een polygoon, kiest u best de meest voorkomende. U kan het landgebruik later manueel aanpassen door op het icoontje naast de polygoonnaam te klikken (zie later).
Er wordt een maximum aantal maatregelen toegelaten. Klik op "Opslaan"
Nadien kan u geen extra maatregelen toevoegen via upload. U moet het volledige bestand met de extra maatregelen terug opladen of de bijkomende maatregelen met de hand intekenen.
Tekenen van maatregelen​
U kan ook de verschillende maatregelen intekenen.
U kan de landgebruiksboom open klappen door te klikken op de gewenste hoofdcategorie.
Selecteer een landgebruik door de radio button aan te klikken.
Teken zoals bij het studiegebied het gebiedje waar de maatregel wordt genomen. De polygoon kan later nog worden aangepast. U kan meerdere maatregelen tekenen voor het geselecteerde landgebruik.
Daarna kan u het landgebruik wijzigen, en maatregelen intekenen voor die nieuwe landgebruik.
Na de laatste maatregel tikt u op de knop "Opslaan". U kan daarna nog steeds verder maatregelen intekenen door op "Maatregel toevoegen" te klikken.
De tool verzamelt nu alle inputgegevens. Bij een groot aantal maatregelen kan dit even duren.
In bovenstaand volledig verzonnen voorbeeld bebossen we een aantal gebieden, zetten we akkerland terug om naar heidegebied en kappen we naaldbos voor de aanleg van een bloemenrijk grasland.