Skip to main content

Energie uit biomassa

Vegetatie is een bron van biomassa. Deze biomassa kan ingezet worden als energiebron. In het kader van ecosysteemdiensten spreken we van houtig materiaal dat wordt geoogst uit bossen, specifieke energiegewassen op landbouwterrein, reststromen van landbouw, natuurbeheer en groenbeheer (parken, bermen, sportterreinen...) zoals hout, snoeisel, bermmaaisel ...

Biomassa gaat een belangrijkere rol spelen In Europa. De Europese Commissie hanteert een biogebaseerde economie als één van haar prioriteiten, omdat fossiele grondstoffen uitgeput raken en kernenergie omstreden is (EC, 2012). Het is dus niet verwonderlijk dat de interesse voor het gebruik van biomassa de laatste jaren enorm is gestegen.

De vraag of energie uit biomassa duurzaam is hangt af van bepaalde voorwaarden: de biomassa moet duurzaam geoogst worden, mag ook geen schade berokkenen aan de biodiversiteit (bijv. eentonige velden met energiegewassen, ontbossing...) en mag niet in concurrentie treden met de voedselproductie.

Biomassa uit bossen en houtverwerkende industrie​

Beschrijving​

Hout is een belangrijke bron van biomassa voor energie. Een belangrijke kanttekening hierbij is wel dat deze stromen duurzaam worden geoogst. Tak- en tophout uit duurzaam bosbeheer vindt ook in België steeds vaker zijn weg naar lokale energiecentrales. Het beheer van landschappen kan jaarlijks ongeveer 77 000 m³ houtig materiaal opleveren van bomenrijen, hagen, houtkanten,... (OVAM 2017)

Reststromen uit de houtverwerkende industrie zijn een belangrijke bron voor biomassa. Het is momenteel wel niet mogelijk om deze stromen op een eenvoudige manier toe te wijzen aan specifieke gebieden.

Kwalitatieve waardering​

Methode ontwikkeld in onderzoeksproject ECOPLAN. Verwacht in NWV in 2023

Kwantitatieve en monetaire waardering​

Methode ontwikkeld in onderzoeksproject ECOPLAN. Verwacht in NWV in 2023

Biomassa uit landbouw en voedselverwerkende industrie​

De productie van biomassa voor energie op landbouwgebied zit indirect onder de ecosysteemdienst "landbouwproductie". We gaan uit van standaard opbrengstcijfers voor grasland en akkers. We nemen energiegewassen niet specifiek mee omdat er op basis van de landbouwregistratie geen onderscheid kan gemaakt worden tussen of een bepaald gewas nu gebruikt wordt voor voedsel of energieopwekking. Bovendien geldt als kanttekening dat het teelten van energiegewassen niet de voedselproductie in het gedrang mag brengen. Toch iets dat mee moet genomen worden in het energiedebat maar ook in het debat rond voedselzekerheid.

Reststromen uit de voedselverwerkende nijverheid zijn ook een belangrijke bron voor biomassa. Hier is het momenteel niet mogelijk om deze stromen toe te wijzen aan een specifiek gebied.

Biomassa reststromen​

Beschrijving​

De productie en valorisatiemogelijkheden van andere biomassa uit natuur voor energie zijn momenteel beperkt maar kunnen lokaal wel een rol spelen. Ten eerste is er een logistieke beperking. Om schade aan de bodemstructuur zo veel mogelijk te beperken wordt erop aangedrongen dat er geoogst wordt met zo licht mogelijk materiaal (8 m³ opraapwagens). Die wagens mogen bovendien niet meer dan twee keer hetzelfde pad volgen. Deze eisen maken dat slechts weinig landbouwers ofwel het geschikte materieel hebben ofwel bereid zijn om onder deze condities te werken. Ten tweede is er een contractuele beperking. Beheerders van natuurgebieden willen de vrijheid behouden om het beheer aan te passen aan nieuwe inzichten, wat maakt dat langetermijn afnamecontracten minder courant zijn. Ten derde is er een organisatorische beperking. Oogsten gebeurt in vele gevallen door vrijwilligers, wat maakt dat er geoogst wordt wanneer zij beschikbaar zijn, niet wanneer de weersomstandigheden het gunstigst zijn. Bovendien wordt er vaak pas laat gemaaid omwille van broedende vogels of zaadzetting van planten. Dit maaisel is niet zo energie-rijk om toe te passen in de vergisting.

Gezien de beperkte valorisatie op dit ogenblik worden geen methodes aangereikt om deze dienst te waarderen.

We geven bij wijze van illustratie aan hoe dit zou kunnen berekend worden voor het gebruik van gemaaid gras. Deze oefening is gedaan in 2012. Dus het zou kunnen dat door de toegenomen energieprijzen de conclusie niet meer geldt. Momenteel lopen er tal van projecten om te kijken hoe die valorisatie toch kan gebeuren.

Illustratie: gemaaid gras als energiebron​

Volgens een gedetailleerde inventarisatie in het project Graskracht van ANB zijn er in Vlaanderen 6.400 ha gemaaid grasland in natuurgebieden en 23.500 ha grazige bermen. Ter vergelijking vermelden we dat er ongeveer 210.000 ha grasland voor landbouwdoeleinden beschikbaar is in Vlaanderen (Graskracht, 2012).

Per ton vers maaisel kan er ongeveer 150 m³ biogas geproduceerd worden. Per m³ biogas is er ongeveer 65% methaan, waarbij 1m³ methaan ongeveer 10kWh energie levert. Rekening houdend met deze cijfers zou 1 à 2 ha grasland de jaarlijkse energiebehoefte van een Vlaams gezin kunnen dragen.

De waarde van de methaanproductie kan afgeleid worden uit aangerekende prijzen voor afnemers van aardgas. Deze prijzen zijn afhankelijk van de grootte van de afname. In het eerste trimester van 2012 lag die prijs rond de 0,054 euro per kWh voor (kleine) professionele gebruikers, rond de 0,07 euro per kWh voor huishoudens met gemiddeld (23.260 kWh op jaarbasis) en hoog verbruik (34.890 kWh op jaarbasis) en 0,11 euro per kWh voor huishoudens met een laag verbruik (VREG, 2013). Voor de waardering zijn de prijzen van grootverbruikers het meest geschikt, omdat die het dichtst aansluiten bij de waarde van aardgas als energiebron. Bij huishoudens met klein verbruik zijn de verdelings- en transactiekosten immers ook een belangrijk onderdeel van de kostprijs.

Om de nettowaarde hiervan te kennen moeten we wel nog de productiekosten in mindering brengen: De kosten na het maaien omvatten het vervoer, het zuiveren (van bijv. zand, zwerfvuil, stenen, koorden), stockeren en bewaren (inkuilen), de afschrijving van de vergistinginstallatie en de afzet van het digestaat. Als we de kosten in rekening brengen, blijkt dat het gebruik van grasmaaisel als energiebron in 2012 nog onrendabel was.