Voedselproductie
Landbouwproductie​
Beschrijving​
De productie van landbouwproducten heeft betrekking op de landbouwteelten die binnen een gebied geoogst worden. De monetaire baat is de toegevoegde waarde van de producten die op deze percelen worden geproduceerd.
Benodigde informatie:
Aantal ha per hoofdteelt: korrel- en silomaïs; granen, zaden en peulen; grasland; voedergewassen; vlas en hennep; groenten, kruiden en sierplanten; aardappelen; suikerbieten; aardbeien; ander klein fruit en noten; laagstamboomgaard (appelen en peren); hoogstamboomgaard; overige gewassen
Kwalitatieve waardering​
Voor de kwalitatieve waardering gebruiken we een zeer eenvoudig scoresysteem waarbij aan landbouwgebied een score 10 wordt toegekend en aan niet-landbouwgebied een score 1.
Verdere nuanceringen in kwalitatieve waardering zijn mogelijk in functie van bijvoorbeeld beheer (combinatie met milieu- en natuurdoelen), bodemgeschiktheid, erosiegevoeligheid of nabijheid van de bedrijfszetel. Een uitgebreid analysekader dat met deze factoren rekening houdt, werd ontwikkeld binnen de Landbouwimpactstudie (LIS) van het departement Landbouw en Visserij (Bollen, 2012). LIS is aan te raden als een analyse gebeurt op perceelsbasis en de vraag is waar landbouwgrond omvormen de minste impact heeft op de landbouwproductie. De score-methodiek in deze handleiding volstaat om voor een groter gebied te bepalen hoe het belang van landbouwproductie kan veranderen door wijzigingen in landgebruik.
Kwantitatieve en monetaire waardering​
Kwantificering van landbouwproductie gebeurt op basis van de landgebruikskaart 2019 (gebaseerd op landbouwgebruikspercelen 2019) en landbouwkundige resultatenrekeningen.
De landbouwkundige resultatenrekeningen weerspiegelen de toestand van de opbrengsten en de kosten (exclusief BTW) van een bedrijfstak (per diertype, teelt) of van een aantal bedrijfstakken samen. De resultaten zijn afkomstig van een 600-tal land- en tuinbouwbedrijven die deel uitmaken van het Landbouwmonitoringsnetwerk (LMN).
In een typische maatschappelijke kosten-batenanalyse of becijfering van de maatschappelijke baten wordt vooral gekeken naar de directe productiewaarde of productieverliezen (in geval van verdwijning van landbouwgrond). Van de productiewaarde worden eventuele uitgespaarde kosten en premies afgetrokken. De netto waarde bestaat dan uit het verschil tussen de productiewaarde en de productiekosten. We nemen hier het bruto saldo als indicator (totale opbrengst (excl. premies) – de som van alle operationele kosten). Gezien de variabiliteit in opbrengsten is het aan te raden een gemiddelde te nemen over meerdere jaren.
De vermelde indicatoren zijn niet geschikt voor voedergewassen. De beschikbare bedrijfsresultaten zijn vooral gebaseerd op productiekosten. Marktprijzen kunnen we niet gebruiken, omdat het grootste deel van de voedergewassen niet verkocht wordt, maar gebruikt wordt als veevoeder. Voor voedergewassen heeft het Department Landbouw & Visserij een alternatieve methode opgesteld die de bruto bedrijfsresultaten van melkvee en vleesvee verdeelt over voedergewaspercelen en zo een opbrengstfactor per ha voedergewas bekomt. Deze methode sluit waarschijnlijk het meest aan bij de manier waarop landbouwers hun ruwvoeders waarderen. Het is echter een complexe berekeningsmethode waarbij een groot aantal aannames noodzakelijk zijn. Voor een meer gedetailleerde uitleg over hoe dit berekend wordt, verwijzen we graag naar Van der Straeten B. en Deuninck J. (2016).
Het gewogen gemiddelde van 2009-2013 bedraagt 1.799€/ha voor grasland en andere voedergewassen. We gaan er vanuit dat dit voor de periode 2015-2019 vergelijkbaar is.
Uitgangspunten​
- We brengen enkel operationele kosten in rekening en geen vaste kosten, omdat we ervan uitgaan dat er geen landbouwbedrijven verdwijnen of arbeid verloren gaat, waardoor vaste, structurele kosten niet wijzigen.
- De bedrijfsresultaten worden weergegeven in functie van de beteelde oppervlakte. Dit is de totale oppervlakte ingenomen door het gewas, uitgedrukt in ha.
- De gebruikte kengetallen gaan uit van de perceelsregistratie in 2019. De samenstelling van teelten variëert sterk van jaar tot jaar. Hiermee wordt geen rekening gehouden. Met de variatie in opbrengsten in teelten houden we wel rekening door een gemiddelde waarde van de bruto saldi te nemen over de jaren 2015-2019.
- De landbouwcijfers omvatten slechts een steekproef van de bedrijven en niet alle teelten worden bevraagd. We gebruiken gemiddelde waarden van de voorhanden zijnde teelten voor teelten uit dezelfde klasse.
- Wallonië gebruikt eigen cijfers. Waar deze niet voorhanden waren, gebruiken we de Vlaamse cijfers. Voor gebieden buiten België worden de Vlaamse cijfers gehanteerd.
Te gebruiken cijfers​
Tabel: gemiddelde van bruto bedrijfsresultaten in Vlaanderen gegroepeerd per hoofdteelt 2015-2019 (€/ha.jaar)
Hoofdteelt | laag | hoog |
---|---|---|
Korrelmaïs | 432 | 954 |
Silomaïs | 1453 | 2122 |
Granen, zaden en peulvruchten | 648 | 1097 |
Weiland | 1418 | 2070 |
Voedergewassen | 1418 | 2070 |
Vlas en hennep | 835 | 1498 |
Groenten, kruiden en sierplanten | 3424 | 3424 |
Aardappelen | 1357 | 3968 |
Suikerbieten | 920 | 1678 |
Aardbeien | 395 | 395 |
Ander klein fruit en noten | 4536 | 4536 |
Overige gewassen | 1663 | 2219 |
Laagstamboomgaard | 8677 | 8677 |
Hoogstamboomgaard | 8677 | 8677 |
Houtachtige gewassen | opbrengst inbegrepen bij houtproductie | |
Braak/weg | 0 | 0 |
Landbouwinfrastructuur (gebouwen, verhardingen) | landgebruik inbegrepen bij stedelijk landgebruik |
Vertaling naar indicator​
De berekende waarden worden enerzijds as such gebruikt als inkomensverlies/winst landbouw, anderzijds worden de Euro's omgezet naar voedselvoorziening voor inwoners. Deze laatste wordt berekend door de oppervlakte landbouw en weiland te delen door de benodigde oppervlakte voor voedselvoorziening van een gemiddelde Vlaming (literatuur tussen 1.448 m² en 2.500 m² per inwoner (Dankaert et al. 2013)).
Hier moeten we wel bij vermelden dat deze benodigde oppervlakte wordt berekend op basis van het huidige voedselpatroon (2013) van de gemiddelde Vlaming. Indien dit patroon wijzigt door bijv. minder vlees kan de oppervlakte omlaag gaan. Anderzijds wil de indicator ook niet zeggen dat deze mensen moeten honger lijden. Er wordt immers veel voedels uit- en ingevoerd.
Een voorbeeld​
Een gebied van 50 ha bestaat in zijn huidige vorm uit 25 ha weiland, 20 ha akkerland en 5 ha heide. Men wil van dit gebied een gevarieerd natuurgebied maken met bos (25 ha) , bloem- en soortenrijk grasland (20 ha) en heide (5 ha). Het akkerland bestaat uitsluitend uit korrelmaïs.
Kwalitatieve waardering
Het huidige gebied bestaat grotendeels uit landbouwgrond en voor een klein deel uit niet-landbouwgebied. Dit geeft een gemiddelde score van (45 x 10 + 5 x 1) / 50 of een score van 9 op 10. Het toekomstige gebied heeft geen landbouwgebied meer en krijgt score 1.
Het scenario kent voor deze dienst dus een negatieve kwalitatieve waardering van -8.
Kwantitatieve en monetaire waardering
Voor landbouwproductie is er geen onderscheid tussen kwantificering en waardering.
De minimum schatting van het verlies aan landbouwproductie is gelijk aan 25 ha weiland x 1418€/ha.jaar + 20 ha korrelmaïs x 432 €/ha.jaar = 12 287€/jaar.
De maximum schatting is gelijk aan 25 ha weiland x 2070 €/ha.jaar + 20 ha korrelmaïs x 954 €/ha.jaar = 49 389 €/jaar.
Indicator
Voor de eigenaars vormen de omzetting naar natuurgebied een jaarlijks opbrengstverlies tussen 12.287 en 49 389 €.
In het huidig scenario is er landbouwgrond beschikbaar voor de voedselvoorziening van 180 Vlamingen (45ha/0,25 ha/Vlaming). In de toekomst is er geen grond meer beschikbaar binnen het gebied voor voedselproductie.Binnen het huidige voedingspatroon van de gemiddelde Vlaming betekent dit dat er voor 180 minder Vlamingen voedsel kan geproduceerd worden in eigen land.
Wild​
Beschrijving​
Ecosystemen brengen wildsoorten voort die gebruikt kunnen worden als voedsel. Deze dienst heeft naast de productie van voedsel ook nog andere baten zoals de recreatieve functie van de jacht, fotografie en observatie, of het gebruik als materiaal, bijv. pels.
De baat met betrekking tot voedselproductie kan gewaardeerd worden door de hoeveelheid geschoten wild te vermenigvuldigen met de marktprijs voor wild. In Vlaanderen is de totale waarde van deze dienst heel beperkt. Er is bovendien onvoldoende informatie om deze toe te wijzen aan specifieke gebieden. We hebben dan ook geen waarderingsmethodes voor deze dienst opgenomen in de handleiding. Naast de productieve functie heeft jagen en wildobservatie ook een recreatief aspect, wat onderdeel uitmaakt van de culturele diensten. De recreatieve baten van jacht zijn impliciet meegenomen bij de beleving voor recreanten, toeristen en omwonenden, zonder dat jagers specifiek onderscheiden worden.
Niet-gecultiveerde gewassen​
Beschrijving​
Ecosystemen produceren natuurlijke voedingsproducten zoals bessen, noten, paddenstoelen, planten en kruiden.
Alles wijst erop dat het verzamelen en oogsten van natuurproducten in Vlaanderen grotendeels beperkt is tot hobbyisme. Wilde pluk van hazelnoten, kastanjes, eetbare paddenstoelen en dergelijke zijn in Vlaanderen welbekend en op sommige plaatsen zelfs courant. Exacte cijfers over de verspreiding en frequentie ervan bestaan echter niet. Bovendien leggen het Natuurdecreet, het Bosdecreet en het besluit van de Vlaamse Regering met betrekking tot soortenbescherming en –beheer strenge beperkingen op met betrekking tot het oogsten (Meiresonne en Turkelboom, 2012).
Naast de productieve functie omvat het plukken en oogsten ook een recreatief aspect, wat onderdeel uitmaakt van de culturele diensten. De baten van deze dienst zijn meegenomen bij de beleving voor recreanten, toeristen en omwonenden, zonder dat ze specifiek onderscheiden worden.
Zoetwatervisserij​
Beschrijving​
Stromende en stilstaande wateren produceren vissen die op duurzame wijze kunnen gevangen worden. Deze dienst heeft in Vlaanderen vooral een baat op vlak van recreatie en in veel mindere mate een baat op vlak van voedselproductie. Een minderheid (13%) van de vissers op openbare wateren neemt wel eens een vis mee naar huis (cijfers ANB, Knack 2016). Bovendien is er een meeneembeperking van maximum 5 vissen per visbeurt. In totaal werd in 2015 ongeveer 91 000 kg vis meegenomen.
Verder is er in Vlaanderen ook niet veel aquacultuur op zoete oppervlaktewateren. Slechts in een aantal beperkte vijvergebieden wordt nog vis gekweekt bijv. De Wijers in Limburg.
Aangezien de grootste baat ligt in het recreatieve aspect van hengelen zitten de baten van hengelen vervat in beleving voor recreanten, toeristen en omwonenden, zonder dat hengelaars specifiek onderscheiden worden.
Zeevisserij​
Beschrijving​
In de zee leven verschillende vissen, schaal- en schelpdieren en algen die gevangen of geoogst kunnen worden. Verschillende ecosystemen dragen bij tot de productie van vis in de zeeën en oceanen. Deze dienst is niet enkel relevant voor mariene milieus maar ook sommige estuariene of zoetwaterhabitats hebben hierop invloed als kraamkamerfunctie.
Daarnaast wordt in Vlaanderen ook nog beperkt aan aquacultuur gedaan in de zee en langs de kust.
Het terugbrengen van de gevangen tonnage vis tot de specifieke ecosystemen die hier toe bijdragen vergt informatie die niet voorhanden is en veel aannames.