Beperkingen
Niet alle diensten komen even goed aan bod
In de handleiding proberen we zo volledig mogelijk te zijn met betrekking tot de verschillende ecosysteemdiensten. Uiteraard is niet over alle ecosysteemdiensten voldoende informatie beschikbaar.
Een deel van de vooral culturele diensten zijn moeilijk te kwantificeren omdat het hier over gevoelens van mensen gaat (sociale cohesie, identiteit, spirituele of religieuze betekenis...). Deze diensten breng je best in kaart door het inzetten van participatieve processen.
Een aantal potentieel belangrijke ecosysteemdiensten worden niet berekend binnen de Natuurwaardeverkenner. De belangrijkste hiervan zijn wellicht waterkwaliteitsregulatie en overstromingspreventie. Deze diensten zijn van groot belan, maar hun complexiteit (fysische en biologische processen) als ook het huidig technisch beheer binnen Vlaanderen (België) door bijvoorbeeld waterzuiveringsstations, dijken, overstromingsbekkens etc. maakt het onmogelijk om met vrij eenvoudige modellen een enigszins betrouwbaar resultaat te bekomen. Wel zijn er enkele diensten die als een proxy kunnen dienstdoen zoals respectievelijk nitraatverwijdering door denitrificatie en waterretentie en infiltratie.
We maken in deze handleiding zoveel mogelijk gebruik van de laatste stand van kennis op het vlak van waardering van ecosysteemdiensten, maar niet voor alle ecosysteemdiensten is de kennis en de onderbouwing even groot. Daarom zullen sommige ecosysteemdiensten meer gedetailleerd zijn uitgewerkt dan andere. Voor de dienst klimaatregulatie kunnen we bijvoorbeeld inschatten hoe de waarde van deze dienst wijzigt in de toekomst. Dit kunnen we niet voor andere diensten zoals de verbetering van de luchtkwaliteit. Ook is niet voor alle types landgebruik even goed gekend hoe zij specifieke ecosysteemdiensten beïnvloeden.
Voor sommige ecosysteemdiensten is het onmogelijk hun waardering te vertalen naar een eenvoudige waarderingsfunctie. We hebben in de handleiding aangegeven voor welke ecosysteemdiensten dit geldt en wanneer meer uitgebreide methodes en tussenkomst van een expert vereist zijn.
De berekende totale economische waarde als som van de waarden van de verschillende ecosysteemdiensten in de natuurwaardeverkenner is daarom slechts een ondergrens van de totale waarde van het ecosysteem.
Inputdata
De resultaten van de Natuurwaardeverkenner zijn maar zo goed als de de data die in de kwantificeringsfuncties wordt meegenomen. We maken gebruik van een groot aantal publieke datalagen. Maar deze lagen worden vaak niet jaarlijks geactualiseerd en zijn dus niet steeds up-to-date met de huidige situatie. Dit geldt zeker voor de drainage- en grondwaterkaarten. De gebruiker kan deze gegevens manueel aanpassen in de tool.
De gebruikte inputkaarten zijn te raadplegen in een andere pagina van deze handleiding en bij de bespreking van elke ecosysteemdienst afzonderlijk.
Risico op dubbeltellingen
Sommige ecosysteemdiensten kunnen elkaar overlappen. Eén van de grootste uitdagingen bij waardering is het vermijden van dubbeltellingen. Een aantal ecosysteemdiensten zijn moeilijk van elkaar te scheiden. Dat een bepaalde dienst geleverd wordt, hangt vaak rechtstreeks samen met een andere dienst. Enkele voorbeelden: een betere waterkwaliteit kan bijvoorbeeld bijdragen tot drinkwaterproductie en visproductie; impact op geluid en luchtkwaliteit heeft bijvoorbeeld een effect op gezondheid; bestuiving en landbouwproductie zijn sterk met elkaar verbonden. Dit betekent dat we niet altijd eenduidig alle diensten afzonderlijk kunnen waarderen en vervolgens deze waarden kunnen optellen.
Een goed hulpmiddel hierbij kan zijn om de ecosysteemdiensten in te delen in intermediaire en finale diensten (cfr. Fischer 2007). De intermediaire diensten zijn de functies (ondersteunende, regulerende) die een belangrijke bijdrage leveren tot de finale ecosysteemdiensten met baten voor de maatschappij. Vasthouden van water kan bijv. bijdragen aan bescherming tegen overstromingen. Enkel de finale diensten moeten we waarderen. Als deze moeilijk te waarderen zijn kan als proxy wel de intermediaire dienst worden gewaardeerd.
Hoewel we hebben geprobeerd om dubbeltellingen zoveel mogelijk te vermijden, moeten gebruikers hier toch de nodige aandacht aan besteden bij de interpretatie van de resultaten.
Onzekerheid bij transfereren van waardes naar andere gebieden
De tool maakt gedeeltelijk gebruik van benefit transfer. Hierbij is aandacht voor verschillen in context belangrijk. De waarden zijn enkel geldig bij de uitgangspunten vermeld bij de betreffende ecosysteemdiensten. Om de verschillen zo klein mogelijk te maken, maken we waar mogelijk gebruik van statistische waarderingsfuncties waarbij ruimtelijke factoren maximaal worden geïntegreerd (zowel ecologische factoren die de natuurlijke processen beïnvloeden als factoren die de betalingsbereidheid van de mens beïnvloeden).
De Natuurwaardeverkenner is voornamelijk gebouwd voor gebieden binnen het Vlaamse gewest.
De culturele waarde via de uitgedrukte voorkeuren heeft enkel betrekking op natuurontwikkeling binnen Vlaanderen en is gebaseerd op de betalingsbereidheid van Vlaamse gezinnen. Ook voor de regulerende diensten, met uitzondering van de verbetering van de luchtkwaliteit, zijn de berekeningen opgesteld in functie van Vlaamse situaties en zijn ze vooral afgeleid van Vlaamse classificatiemethodes inzake bodem, grondwater,...
In 2020-2021 werden de methoden ook bekeken naar bruikbaarheid voor Wallonië. Een aantal aanpassingen gebeurden aan de gebruikte getallen om de toepasbaarheid voor Wallonië te verhogen.
Het gebruik van de natuurwaardeverkenner voor gebieden buiten België moet met grote voorzichtigheid gebeuren maar het kan wel indien het over een vergelijkbare ecoregio gaat. Het is wel zo dat de inputdata nodig voor de berekeningen niet aanwezig zijn en de gebruiker nog steeds zelf de inputgegevens moet ingeven. Dit is niet steeds evident aangezien we bijvoorbeeld veel werken met bodemkenmerken die in België een eigen codering hebben.
Ook moet er voorzichtig worden omgesprongen met de resultaten wanneer het om een grensgebied gaat. Bijv. voor recreatie worden eventuele bezoekers van het grensgebied buiten Vlaanderen niet meegenomen.
Andere beperkingen
De handleiding biedt geen kosten-batenberekening aan. We hebben wel getracht kort weer te geven welke stappen nog moeten ondernomen worden om de cijfers te kunnen gebruiken in een kosten-batenanalyse.
Voor het verzamelen van de benodigde gegevens maakt de tool gebruik van kaarten waarvan de gegevens enkele jaren oud kunnen zijn. De realiteit kan ondertussen veranderd zijn in vergelijking met deze data. Zo kan de drainageklasse van een gebied gewijzigd zijn t.o.v. wat in de bodemkaart is terug te vinden. Als experts weten hoe zaken veranderd zijn, dan is het raadzaam om deze kennis te gebruiken om de hoeveelheden te bepalen. Als men bestaande data gebruikt of aanpast, is het belangrijk om goed de referentiesituatie en de gemaakte veronderstellingen te vermelden bij de rapportage.
De tool geeft ook geen advies over hoe de projectbaten moeten gescheiden worden van baten die ook zonder het project zouden plaatsgevonden hebben (autonome verandering). Het goed omschrijven van de referentiesituatie en de gemaakte veronderstellingen naar bijv. autonome veranderingen is cruciaal.