Skip to main content

Resultaten

Wat?​

De Natuurwaardeverkenner geeft per ecosysteemdienst (indien methode beschikbaar):

  • Een grafiek met score voor de huidige en toekomstige (scenario) levering van ecosysteemdiensten met daarbij het verschil tussen beiden. Deze score geeft het belang van het gebied weer voor de levering van de ecosysteemdienst ten opzichte van andere gebieden in Vlaanderen. En geeft voor het gebied de grootte van de verandering tussen huidige en toekomstig scenario weer.
  • Een grafiek met de biologische waarde van het huidige en toekomstige gebied. Deze score geeft aan hoe het gebied in de toekomst de biologische waarde kan doen toenemen en ook hoe zeldzaam het gebied is in Vlaanderen.
  • Een kwantificering in biofysische termen van de huidige en toekomstige levering van ecosysteemdiensten. Deze cijfers zeggen iets over de verandering in de levering van ecosysteemdiensten.
  • Een kwantificering in euro's op basis van beschikbare economische waarderingscijfers. Deze cijfers geven het verschil in (gekende) economische waarde weer tussen het huidige en toekomstige scenario.
  • Dashboard: de gekwantificeerde ecosysteemdiensten worden omgezet in beter te begrijpen indicatoren. Ze worden weergegeven op een printbaar dashboard.

Alle resultaten plus de gebruikte inputgegevens en kengetallen zijn ook downloadbaar in een csv-formaat of excel-formaat.

Hoe gebruiken?​

De resultaten van de Natuurwaardeverkenner zijn in zekere mate ruimtelijk expliciet omdat ze rekening houden met de onderliggende lokale factoren. Maar deze zijn nog steeds gebaseerd op voor België generieke statistische functies en mogen niet geïnterpreteerd worden als absolute reële waardes die daadwerkelijk geleverd worden. Ze zijn een inschatting van de levering van ecosystemen verbonden aan een onzekerheid.

Ze zijn vooral bedoeld om een vergelijking te maken tussen verschillende gebieden (Hoe verschillen de gebieden in de levering van ecosysteemdiensten?) als om veranderingen binnen een gebied in kaart te brengen (Welke ecosysteemdiensten worden meer geleverd/welke minder?). De interpretatie van de resultaten moet dan ook in de eerste plaats focussen op aanwezige en potentiële verschillen en trends en hoe deze ruimtelijk verdeeld zijn binnen het gebied in plaats van op de absolute hoeveelheden en waarden die een bepaald gebied levert.

De handleiding en de webtool helpen om de sociaaleconomische baten van ecosystemen zichtbaar te maken. Ze bieden waarden die kunnen gebruikt worden in beslissingstools zoals een milieueffectenrapportage, een kosteneffectiviteitsanalyse, of een kosten-batenanalyse. Ze bieden een mogelijkheid om de indicatieve (positieve of negatieve) effecten op groene ruimte te beoordelen, en gebruiken daarbij methoden die voor vele potentiële gebruikers bruikbaar zijn. Ze kunnen helpen om bepaalde keuzes/investeringen voor natuurbehoud en natuurbeheer te verantwoorden en bij een keuze tussen alternatieve locaties, inrichtings- en /of sommige beheerswijzen met betrekking tot de (her)aanleg van natuur in het landelijk gebied.

De resultaten geven, zoals in de beperkingen verduidelijkt, slechts een deel weer van de ecosysteemdiensten die een gebied levert. Daarom is het belangrijk om naast deze resultaten ook participatieve methoden in te zetten en uit te breiden met zowel kwalitatieve gegevens als informatie rond biodiversiteit.

We willen onderstrepen dat de voorgestelde berekeningen een ruwe schatting geven van de verschillende baten die een ecosysteem levert. Indien een ecosysteemdienst zeer belangrijk blijkt te zijn of discussies oproept bij stakeholders, bevelen we aan om een meer gedetailleerde ecologische en/of economische modellering te gebruiken. Bij elke dienst zijn mogelijke gedetailleerdere modellen weergegeven.

Verder willen we benadrukken dat de cijfers een waardering geven vanuit antropocentrisch standpunt. Ecosysteemdiensten zeggen niet noodzakelijk iets over het biologische/ecologische belang van bepaalde ecosystemen voor plant- en diersoorten of over de zeldzaamheid van bepaalde ecosysteemdiensten in ons land. We hebben op vraag van onze gebruikers wel een score toegevoegd voor de biologische waarde gebaseerd op de analyse uit de Biologische Waarderingskaart om te zorgen dat deze waarde niet vergeten wordt in de debatten.

Gebruik in een MKBA​

De resultaten van de berekeningen zijn bruikbaar om de impact van projecten op ecosysteemdiensten te schatten en te vergelijken met andere impacts. Dit gebeurt klassiek in een maatschappelijke kosten-batenanalyse of MKBA. Bij een MKBA worden zowel de kosten als de baten van een bepaald beleid/project berekend vanuit het standpunt van de hele maatschappij en tegen elkaar afgewogen. Er is sprake van een positieve bijdrage aan het welvaartsniveau als het project resulteert in een toename van de totale welvaart, dus ongeacht de verdeling over personen of gebieden.

Neem bijvoorbeeld dat de kosten en baten van aanleg van transportinfrastructuur in een MKBA vergeleken worden. De fysische impact van een project op een landschap en de ecosysteemdiensten die door dit landschap worden gegenereerd kunnen worden bepaald met de methodes beschreven in voorgaande hoofdstukken. Andere effecten zoals de impact van een verandering in transportstromen op het milieu en de economie komen niet in deze handleiding aan bod. Hiervoor verwijzen we naar de "Standaardmethodiek voor MKBA van transportinfrastructuurprojecten", die werd ontwikkeld door het Departement Mobiliteit en Openbare Werken (MOW) en op de website van de Natuurwaardeverkenner verschijnt van zodra ze beschikbaar wordt gesteld voor het publiek.

Om de resultaten van deze handleiding en de webtool toe te passen in een MKBA zijn er nog een aantal bijkomende berekeningen nodig. We lichten deze toe in dit hoofdstuk. In de webtool worden deze stappen, behalve de aanpassing aan het prijspeil, automatisch doorgerekend indien u de knop "gebruik in MKBA" gebruikt. U kan hier een totale geactualiseerde waarde laten berekenen alsook een jaarlijkse waarde over een bepaalde tijdsperiode (bij het exporteren van het resultaat).

Evolutie van baten in de tijd​

Baten evolueren in de tijd. Zo begint het geluidsreducerend effect van bossen niet onmiddellijk bij de aanleg van nieuw bos of neemt de jaarlijks bijkomende koolstofopslag in bodem stelselmatig af in de tijd, naarmate een nieuwe evenwichtssituatie wordt bereikt.

Hoe baten evolueren in de tijd is stelselmatig weergegeven bij alle ecosysteemdiensten. Indien dit niet expliciet aan bod komt, veronderstellen we dat de baten constant blijven in de tijd.

Momenteel is de berekening niet meer opgenomen in de webtool. De Natuurwaardeverkenner zal de mogelijkheid geven om jaarlijkse baten over een gedefinieerde tijdsperiode te berekenen. Deze tijdsperiode is de levensduur van uw project. Standaard gebeurt dit voor een tijdsperiode van 100 jaar, maar indien gewenst kan u de tijdsperiode laten variëren tot maximaal 500 jaar.

De berekening gebeurt vanaf het jaar waarin de uitvoering van het project start: het startjaar.

Naast specifieke evoluties per dienst, zal de economische groei een effect hebben op ecosysteemdiensten, zowel voor kwantificering als voor waardering. Binnen de economische groei onderscheiden we de demografische groei en de groei van de productiviteit of koopkracht per hoofd. Deze groei is verder te onderscheiden van de evolutie van het prijspeil.

Correctie voor de demografische groei​

De omvang van bepaalde ecosysteemdiensten zal mee evolueren met de bevolkingsgroei. Dit is bijvoorbeeld het geval voor de culturele diensten. Voor enkele regulerende diensten zoals effecten op luchtkwaliteit of geluidshinder is de waarde van de dienst verbonden met het aantal mensen dat wordt blootgesteld of gehinderd. Door bevolkingsgroei zal de waarde van deze diensten dus toenemen. Voor de producerende diensten is er een verband tussen demografische groei en vraag naar bepaalde goederen en dus ook marktprijzen, maar dit is indirect en moeilijk te voorspellen aan de hand van de bevolkingsevolutie.

Onderstaande tabel geeft een overzicht voor het Vlaamse gewest voor de komende decades tot 2060 (op basis van schattingen van het Federaal Planbureau en ADSEI (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie) (FPB ADSEI 2011).

Tabel: kengetallen voor demografische evolutie (groei per jaar, Vlaams gewest)

PeriodeDemografische groei (%/jaar)
2010-20200,70%
2020-20300,48%
2030-20400,32%
2040-20500,30%
2050-20600,28%

Na 2060 wordt het bevolkingsaantal constant gehouden op het peil van 2060.

Deze evolutie is relevant voor de onderstaande diensten en kan worden toegepast door de berekende hoeveelheid of waarde te vermenigvuldigen met het groeipercentage voor de te beschouwen periode:

Regulerende diensten

  • Verbeteren van luchtkwaliteit: toe te passen op kengetal voor waardering.
  • Verminderen van geluidshinder: toe te passen op berekend aantal huizen.
  • Koolstofopslag: is al verrekend in evolutie kengetal voor waardering.

Culturele diensten

  • Totale culturele diensten: toe te passen op aantal huishoudens.
  • Belevingswaarde: toe te passen op het aantal bezoeken.
  • Niet gebruikswaarde: toe te passen op aantal huishoudens.

Correctie voor groei productiviteit en evolutie in koopkracht​

Conform andere baten nemen ook de baten van ecosystemen toe doorheen de jaren omwille van de groei van de productiviteit en een vergroting van de koopkracht. Economische groei betekent dat er meer middelen beschikbaar zijn voor overheid en burgers waardoor de betalingsbereidheid voor groen toeneemt en de kosten die men maakt om milieudoelen te realiseren ook stijgen.

Conform de Standaardmethodiek MKBA raden we aan met een jaarlijkse groei van 1,4% te werken. Dit is gelijk aan de prognose van de gemiddelde groei van het bruto binnenlands product (BBP) per hoofd in België over de periode 2010-2060 gehanteerd door de Studiecommissie voor de Vergrijzing (2011).

De groei in koopkracht is cumulatief met de demografische groei en wordt toegepast op alle diensten. Voor koolstofopslag is deze evolutie al verrekend in de evolutie van het kengetal voor waardering.

Factorkosten vs. marktprijzen​

Particuliere consumenten ervaren baten als een verhoging van hun netto beschikbaar inkomen. De koopkracht van dit netto beschikbaar inkomen is uitgedrukt in marktprijzen, omdat de consumenten marktprijzen voor goederen en diensten betalen. In de standaardmethodiek is omschreven dat de geldwaarden van de MKBA in factorkosten uitgedrukt zijn. (Onder factorkosten verstaan we de kosten die samenhangen met het gebruik van de productiefactoren: loon, winst, pacht en rente.) Het verschil tussen marktprijzen en factorkosten bestaat uit de productgebonden indirecte belastingen en subsidies (m.a.w. vooral BTW en accijnzen).

Alle kosten en baten uitgedrukt in marktprijzen moeten door (1+t) gedeeld worden om ze in factorkosten om te zetten. Dat is bij ecosysteemdiensten enkel het geval voor de culturele diensten. Kosten en baten voor bedrijven en overheden zijn al in factorkosten uitgedrukt, en moeten niet aangepast worden. Dit geldt voor producerende en regulerende diensten.

Het gemiddeld tarief van de netto indirecte belastingen (t) bedraagt volgens de MKBA standaardmethodiek 17%.

Actualisatie en discontovoet​

Baten worden verdisconteerd of geactualiseerd aan een sociale discontovoet. Dit betekent dat we er rekening mee houden dat baten die zich pas over een langere termijn voordoen minder zwaar doorwegen dan baten in het huidige jaar. Dit weerspiegelt enerzijds dat we het geld dat we pas later krijgen, ondertussen niet kunnen gebruiken (uitlenen) voor andere doeleinden en anderzijds dat mensen dezelfde baat minder waarderen als deze later in de tijd komt (bijvoorbeeld wegens de daarmee gepaard gaande onzekerheid). De economische wetenschap geeft geen eenduidig antwoord over de exacte hoogte van de sociale discontovoet. De sociale discontovoet ligt lager dan de private discontovoet zoals die bijvoorbeeld voor de financiële analyse van industriële projecten wordt gebruikt. Recent wordt ook voor projecten met lange levensduur een over de tijd dalende discontovoet gehanteerd.

In overeenstemming met aanbevelingen van de Vlaamse overheid (LNE, 2008) en de sociale discontovoet voorgesteld bij de standaardmethodiek MKBA voor infrastructuurprojecten stellen we voor om een discontovoet van 4% te gebruiken. Daarnaast is het aan te raden een gevoeligheidsanalyse uit te voeren voor waarden van 2,5% en 5% per jaar. Voor ecosysteemdiensten worden ook vaak lagere en soms zelfs negatieve discontovoeten gehanteerd (TEEB 2010, Baumgartner et al. 2012). In bijvoorbeeld het UK National Ecosystem Assessment werden voor de waardering van beleidsalternatieven gevoeligheidsanalyses uitgevoerd (UK NEA Technical Report, Chapter 26, p. 183 - http://uknea.unep-wcmc.org/Resources/tabid/82/Default.aspx).

We verdisconteren naar een bepaald jaar in de Natuurwaardeverkenner: het actualisatiejaar. Dit is het jaar waarin de MKBA wordt opgemaakt. Dit jaar dient ook als basis om de geactualiseerde waarde om te zetten naar het juiste prijspeil.

Als we de som maken van alle geactualiseerde baten bekomen we de totale netto actuele waarde van de ecosysteemdiensten van het project.

Correcties voor prijspeil​

De Natuurwaardeverkenner verkent de waarde van ecosysteemdiensten voor één jaar. Voor gebruik in een MKBA moeten de prijzen aangepast worden aan het prijsniveau van de andere kosten en baten. De prijzen in de Natuurwaardeverkenner zijn gebaseerd op prijsniveau 2019.

De evolutie van het algemene prijspeil wordt gemeten met de "Algemene index van consumptieprijzen" gepubliceerd door de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie, en te vinden op de FOD economie. Het gebruik van de bovenvermelde index is vereist voor de aanpassing van kengetallen in deze handleiding voor de evolutie van het prijspeil tussen het basisjaar van het kengetal enerzijds, en het basisjaar van de MKBA anderzijds. De methode waarop dit moet gebeuren is overgenomen uit de MKBA Standaardmethodiek.

Hierbij wordt de volgende formule gebruikt:

Formule

kt = ks x CPIt / CPIs

waarbij:

s = basisjaar van kengetal, in dit geval 2019;
t = basisjaar van MKBA (t>s);
ks = waarde van kengetal in jaar s;
kt = waarde van kengetal in jaar t;
CPIs = waarde van consumptieprijsindex in jaar s;
CPIt= waarde van de consumptieprijsindex in jaar t.