Algemeen
Beschrijving​
Culturele diensten kunnen gewaardeerd worden op basis van de uitgedrukte voorkeursmethode. Deze methode vraagt naar de betalingsbereidheid (BTB) van mensen, met andere woorden wat mensen in geldtermen uitgedrukt willen opgeven om natuur te verkrijgen. Mensen drukken een betalingsbereidheid uit om verschillende redenen, zowel om natuur te gebruiken voor bijvoorbeeld recreatie als wegens het loutere bestaan ervan (niet-gebruikswaarde). Deze waarde is sterk afhankelijk van de kenmerken van het gebied zelf, maar ook van de afstand van het gebied tot de woonplaats, de hoeveelheid natuur die iemand in zijn omgeving al heeft, het inkomen waarover het huishouden beschikt en andere kenmerken van de huishoudens.
Voor verschillende typen projecten werden voorkeuren bevraagd en dit heeft geleid tot verschillende functies, die elk afzonderlijk kunnen gebruikt worden voor een project waar dit het meest bij aansluit. De functies zijn niet onderling niet combineerbaar, maar wel optelbaar met de resultaten van de producerende en regulerende diensten.
Achtergrond en verschil met vorige versies van de Natuurwaardeverkenner​
De waarderingsfunctie (Liekens et al. 2010) beschreven in de eerste versie van deze handleiding riep nog heel wat vragen op bij het gebruik zoals:
- Hoe robuust is deze functie? Hoe stabiel zijn de resultaten in de tijd?
- Hoe gaan we om met het feit dat het kappen van naaldbos voor de aanplant van heide of loofbos in deze functie een negatief effect heeft op de culturele diensten?
- Leidt het optellen van de totale culturele waarde bij de resultaten van de regulerende diensten tot dubbeltellingen of niet?
Om aan deze onduidelijkheden tegemoet te komen werd beslist om enkele bijkomende bevragingen te doen voor specifieke gebieden.
De resultaten van de bijkomende bevragingen bevestigen de robuustheid van de functie maar hebben ook geleid tot een aantal aanpassingen in de toepassing ervan.
De stabiliteit doorheen de tijd werd getest door dezelfde mensen een jaar later nog eens dezelfde bevraging voor te leggen. Uit de analyse van de resultaten blijkt dat de parameters dezelfde grootteorde hebben en dat de betalingsbereidheid binnen dezelfde betrouwbaarheidsintervallen valt. We gebruiken deze om een lage en hoge schatting te bepalen (Schaafsma et al. 2014).
Bos werd in de eerste bevraging uit 2009 hoger gewaardeerd dan heide. In de bevraging werd het type bossen echter niet gespecificeerd. In de praktijk wordt in veel projecten naaldbos omgezet naar meer waardevolle natuur zoals inheems loofbos of heidegebied. Volgens de eerste versie van de Natuurwaardeverkenner zou er geen betalingsbereidheid zijn voor deze wijziging of zelfs een negatief effect zijn in geval van omzetting naar heide. Uit verschillende bevragingen die specifiek ingaan op de omvorming van naaldbos naar loofbos of heide blijkt dat er wel degelijk een positieve betalingsbereidheid is voor de omzetting van een weinig ecologisch waardevol naaldbos naar een loofbos of een heidegebied. Andere omzettingen van naaldbos gebeuren in de praktijk zelden. Daarom wordt voor deze verandering in landgebruik een aparte functie opgenomen in de handleiding. De oorspronkelijke functie wordt voor deze situatie niet meer gebruikt.
Er was onduidelijkheid over wat betalingsbereidheid voor nieuwe natuur juist omvat. Meten we hier de totale economische waarde van een omzetting van landgebruik of enkel de culturele diensten? Bij de nieuwe bevragingen werd een vraag toegevoegd waarbij gepeild werd welke elementen meespeelden in de keuze om een waarde te geven. Een kwart van de respondenten gaf aan ook rekening te houden met de regulerende diensten. Voor sommige respondenten is er dus een overlap met de andere ecosysteemdiensten, maar we kunnen niet inschatten hoe groot deze overlap is. Voor de overgrote meerderheid van de respondenten niet. Verder was de vraagstelling in de bevraging gericht naar belevingswaarde en niet-gebruikswaarde (niet toegankelijk zijn van een gebied). Daarom werd in overleg met verschillende experten beslist dat de functies voor betalingsbereidheid enkel gebruikt worden om de totale waarde van de culturele diensten te berekenen, en niet de totale economische waarde.
Tot slot werden in 2008 en 2011 ook bevragingen uitgevoerd specifiek voor verbeteringen aan waterlopen. Ook hiervoor is bijkomend een waarderingsfunctie opgenomen.
Vertaling naar een indicator​
Afhankelijk van het type natuurverandering zal de juiste formule worden toegepast om de uitgedrukte waarde voor het studiegebied te berekenen. Als indicator geven we weer hoeveel elk huishouden dat iets wenst te betalen, gemiddeld wenst te betalen per jaar.