Skip to main content

Functie 1 Aanleg nieuwe natuur of verdwijnen van natuur

Beschrijving​

De waarde van deze functie geeft een schatting van de waarde voor de culturele diensten van een omzetting van een landbouwecosysteem naar een natuurecosysteem. De functie kan bij benadering ook gebruikt worden voor het verdwijnen van natuur ten voordele van infrastructuur, maar dit geeft een onderschatting van de waarde, omdat enerzijds het verdwijnen van iets bekends klassiek als meer ingrijpend wordt ervaren, en anderzijds het bijkomende verlies aan belevings- en overdrachtswaarde van landbouw naar stedelijk landgebruik niet is meegerekend.

Functie 1 kan ook gebruikt worden om veranderingen in landgebruik die niet in een andere functie worden aangeboden te waarderen binnen een natuurgebied bijv. heide naar grasland, heide naar bos… .

Benodigde inputgegevens:
  • % van de verschillende ecosystemen in het gebied
  • soortenrijkdom: hoog indien het gebied een gezond ecosysteem is en/of het zeldzame soorten in Vlaanderen (rode lijstsoorten) bevat. Indien geen van deze beide voorwaarden geldt, geeft u neen aan. Indien aan één van beide voorwaarden is voldaan voor het hele gebied, geeft u ja in. Indien dit slechts geldt voor een gedeelte van het gebied geeft u aan voor welk percentage (oppervlakte) van het gebied dit geldt. Het percentage geeft geen schatting van de graad van biodiversiteit weer. Bij een bestaand gebied kan u eventueel de Biologische WaarderingsKaart (BWK) raadplegen (code w, wz of z of overlay met belangrijke fauna is een indicatie van hoge soortenrijkdom).
  • Aanwezigheid van wandel- en fietspaden: geef aan of het gebied toegankelijk is/zal zijn via (bewegwijzerde) paden (wandel, fiets, ruiter). Indien slechts een deel van het gebied toegankelijk is via bewegwijzerde paden, geef dan aan welk percentage van de oppervlakte.
  • Aangrenzende omgeving: met aangrenzende omgeving bedoelen we het landgebruik waaraan het te ontwikkelen natuurgebied grenst. Indien één van de mogelijke types sterk overheerst, vul daar dan 100% in en 0% bij de rest. Indien het natuurgebied grenst aan meerdere types, die geen van allen dominant zijn, geef dan het aandeel van de types in de totale omgeving aan. Voorbeeld: voor een gebied met een omtrek van 5 km dat wordt begrensd door 1,5 km landbouw, 1,5 km woongebied en 2 km natuur, vult u dan 30% in bij landbouw, 30% in bij bebouwde omgeving en 40% bij natuur en 0% bij industriële omgeving. De som moet 100% zijn. De tool berekent dit op basis van de landgebruikskaart.
  • Lijst van sectoren in een straal van 50 km rond het studiegebied (afstand in vogelvlucht tussen het middelpunt van het gebied en het middelpunt van de sector mag maximaal 50 km zijn) (de webtool berekent dit automatisch).

Onderbouwing van de functie​

De betalingsbereidheid voor de omzetting van akker/weiland (dat in de bevraging verondersteld werd geen natuurwaarde te hebben en niet toegankelijk te zijn) naar een natuurgebied werd bevraagd in een grootschalige enquête in 2009 waarbij een keuze-experiment werd uitgevoerd. Voor meer details over de bevraging en de resultaten verwijzen we naar Liekens et al. 2009. De literatuur leert ons dat de aanwezigheid van substituten, met andere woorden de aanwezigheid van bestaande natuur in de nabije omgeving, de betalingsbereidheid voor bijkomende natuur beïnvloedt. Dit geldt duidelijk voor de gebruikswaarde voor natuur, bijvoorbeeld voor recreatie. Hoe meer natuur voor recreatie beschikbaar is, hoe minder de betalingsbereidheid is voor bijkomende natuur. Iemand die bijvoorbeeld omringd is door bossen zal relatief genomen minder wensen te betalen voor een bijkomend bos dan iemand die geen bos in zijn onmiddellijke omgeving heeft. Ook zal iemand voor één extra bos een bepaalde betalingsbereidheid hebben, maar voor een tweede extra bos zal deze waarschijnlijk lager zijn. Hoeveel lager is niet zo duidelijk. Als men de functie wil toepassen voor verschillende gebieden loopt men snel tegen budgetbeperkingen aan. Het is minder duidelijk in welke mate en op welke wijze dit geldt voor de niet-gebruikswaarde zoals overdrachtswaarde. We vonden geen statistisch significante indicator om deze effecten mee te nemen in de functie. Verder tonen de resultaten dat mensen een heel hoge betalingsbereidheid per hectare hebben voor een klein gebied, maar dat die betalingsbereidheid per hectare snel zakt naarmate het gebied groter wordt.

Om rekening te houden met bovenstaande argumenten ontwikkelden we een pragmatische aanpak die gebaseerd is op de informatie die mensen ons gegeven hebben over hun bereidheid om meer te betalen voor natuur met bepaalde kenmerken (afhankelijk van type natuur, mate van toegankelijkheid, omgeving, soortenrijkdom), en op het feit dat uit de resultaten blijkt dat mensen 0,05€ extra willen betalen per bijkomende hectare ongeacht de kenmerken van het gebied.

Functie 1 wordt zo geschaald dat als men de functie invult voor een theoretisch gebied van 1 ha, met gemiddelde waarden voor de bepalende parameters (bijv. voor één zesde bos, voor één zesde grasland etc.) het gebied wordt gewaardeerd aan €0,05 per huishouden (hh) per jaar (voor een gemiddeld huishouden). De waarde voor een meer aantrekkelijk gebied (een bos, met hoge soortenrijkdom, met wandel- en fietspaden en naast een natuurgebied) wordt dan geschat op €0,0708/hh.j. De waarde van een gemiddeld huishouden voor een hectare minder aantrekkelijk gebied (grasland met lage biodiversiteit, niet toegankelijk en naast een industriegebied ) wordt dan geschat op €0,0276/hh.j. Op deze wijze wordt de belevings- en overdrachtswaarde van het meest waardevolle natuurgebied (vanuit deze groep van waarden) dus zo’n 2,7 keer hoger geschat dan het minst waardevolle.

Een belangrijke discussie die een grote impact heeft op de waarde, is het vastleggen voor welke huishoudens betalingsbereidheid van toepassing is. We bekijken in functie van de afstand tot waar er nog een positieve betalingsbereidheid is voor de veranderingen in het gebied. Deze afstand is binnen de grenzen van de bevraging beperkt tot maximum 50 km. De BTB voor extra natuur daalt in functie van de afstand en de omvang van het gebied. Gemiddeld daalt de BTB met €0,63 per kilometer afstand tussen woonplaats en gebied ten opzichte van de berekende betalingsbereidheid zoals in bovenstaande paragraaf beschreven, vermenigvuldigd met het aantal ha. Onderstaande figuur illustreert hoe het afstandsverval voor één gebied met bepaalde kenmerken (een toegankelijk bos met hoge soortenrijkdom) de betalingsbereidheid beïnvloedt voor verschillende oppervlakten van het gebied. De rode lijn illustreert dat voor een gebied met een omvang van 40 ha de BTB vervalt tot 0 vanaf een afstand van ongeveer 5 km (dus enkel de huishoudens binnen een straal van 5 km worden meegenomen in de berekening). Voor een gebied dat dezelfde kenmerken heeft maar dat 320 ha groot is, vervalt de BTB op een afstand van 38 km. Enkel voor gebieden van meer dan 500 ha schatten we dat er op 50 km afstand nog een positieve BTB is. Deze benadering is consistent met de kennis van recreatieve gebruikswaarde van natuur, waarbij kleinere gebieden enkel een lokaal belang hebben, terwijl grotere gebieden een bovenlokaal belang hebben.

figuur: illustratie impact afstandsverval op betalingsbereidheid voor een toegankelijk bos Afstandsverval

Uitgangspunten​

  • In de oorspronkelijke bevraging hadden de respondenten de keuze uit één type ecosysteem. In realiteit zal een gebied vaak uit verschillende ecosystemen bestaan. Met de eventuele meerwaarde van variatie in een gebied wordt geen rekening gehouden.
  • Pioniervegetaties worden apart onderscheiden in deze functie, maar komen niet standaard voor bij landgebruik en de vegetatietypes. Pioniersvegetatie ontstaat op kale bodem. Er wordt een schaarse begroeiing teruggevonden, met soms een aantal zeldzame planten, bloemen en insecten. Deze plaatsen zijn broedplaatsen voor verschillende vogels. De bodem moet af en toe opnieuw worden vrijgemaakt, anders evolueert het gebied tot een grasland en vervolgens tot ruigte en uiteindelijk bos. Dit landgebruik zit vervat onder ‘Weinig of niet begroeide gebied’.
  • Zeekustduinen komen in de oorspronkelijke bevraging niet voor. Als de functie hiervoor wordt gebruikt, dan wordt de onzekerheid op de uitkomst groter. Ze wordt nu mee opgenomen bij ‘weinig of niet begroeide gebied’.
  • Als we deze functie gebruiken om een verandering in ecosystemen binnen een natuurgebied te waarderen, dan maken we de veronderstelling dat beide gebieden worden aangelegd op akker/weiland. De resultaten van beide berekeningen worden dan van elkaar afgetrokken.

Te gebruiken functies​

Lage schatting:

BTB= (0,034 x weinig of niet begroeide natuurgebieden + 0,025 x slikken en schorren + 0,025 x bloem- en soortenrijke graslanden en ruigten + 0,045 x bossen + 0,037 x moerassen en stilstaande wateren + 0,037 x heide en struiken + 0,0072 x soortenrijkdom – 0,00013 x indien hoge soortenrijkdom x leeftijd + 0,0098 x aanwezigheid wandel- en fietspaden + 0,0018 x natuurlijke omgeving + 0,0016 x bewoonde omgeving – 0,0051 x industriële omgeving + 0,0000024 x inkomen – 0,014 x % vrouwen + 0,029 x % lidmaatschap) x omvang in hectare-0,68 x afstand in km

De BTB is groter of gelijk aan nul (ze kan niet negatief zijn).

Hoge schatting:

BTB= (0,042 x weinig of niet begroeide natuurgebieden + 0,033 x slikken en schorren + 0,033 x bloem- en soortenrijke graslanden en ruigten + 0,053 x bossen + 0,046 x moerassen en stilstaande wateren + 0,046 x heide en struiken + 0,010 x soortenrijkdom – 0,000085 x indien hoge soortenrijkdom x leeftijd + 0,011 x aanwezigheid wandel- en fietspaden + 0,0032 x natuurlijke omgeving + 0,0031 x bebouwde omgeving – 0,0040 x industriële omgeving + 0,0000047 x inkomen – 0,0093 x % vrouwen + 0,038 x % lidmaatschap) x omvang in hectare-0.57 x afstand in km

En BTB is groter of gelijk aan nul.

benodigde inputgegevens

input1

* is niet relevant bij een lage soortenrijkdom
** of bij benadering het cijfer voor Vlaanderen: 8% in 2010

U bepaalt dus de volgende gegevens:

  • Ecosysteem: U kunt het ecosysteem eventueel bepalen aan de hand van de BWK-code - vul een 1 achter de desbetreffende parameter en zet de andere op nul. Als het gebied uit meerdere ecosystemen bestaat, moet u bepalen welk ecosysteem het meest toepasselijk is. Zijn in het gebied grote delen (minstens 10 ha) verschillend, dan kan u voor elk ecosysteem in plaats van 1 de verhouding tot het geheel invullen. Bijvoorbeeld: 50 ha groot gebied waarvan 25 ha slik en schor (estuarien) en 25 ha natte bossen. Vul dan achter parameter bos ½ in en achter parameter slik en schor ook ½. De andere parameters zet u op nul.

  • Soortenrijkdom: vul een 1 in als het gebied een gezond ecosysteem is of als het beschermde soorten in Vlaanderen (bijv. rode-lijstsoorten) bevat. Indien geen van deze beide voorwaarden geldt, vul dan 0 in. Bij meerdere ecosystemen waarbij sommige een hoge soortenrijkdom bezitten en andere niet: vul achter de parameter het aandeel hoge soortenrijkdom ten opzichte van de totale omvang in. Bijvoorbeeld als 100 ha van het 200 ha grote gebied een hoge soortenrijkdom heeft, vul dan 0,5 in.

  • Aanwezigheid paden: indien er betreedbare paden (wandel, fiets, ruiter) aanwezig zijn in het gebied, vul dan 1 in. Indien geen paden in het gebied aanwezig zijn (ook al kan men er op zich wel in) vul dan 0 in.

  • Aangrenzende omgeving: aan welke soort omgeving grenst het natuurlandschap overwegend (of zal het grenzen):

    • aangrenzend aan bebouwing (woonzone): zet de parameter bewoonde omgeving op 1, de parameters industriële omgeving en natuurlijke omgeving op 0.

    • aangrenzend aan industrie: zet de parameter industriële omgeving op 1, de parameters bewoonde omgeving en natuurlijke omgeving op 0.

    • aangrenzend aan bestaande natuur: zet de parameter natuurlijke omgeving op 1, de parameters industriële omgeving en bewoonde omgeving op 0.

    • aangrenzend aan landbouwgebied: dit is het startniveau van de functie dus zet de parameters industriële omgeving, bewoonde omgeving en natuurlijke omgeving op 0.

Indien het landschap grenst aan meerdere types verschillend van landbouw, vul dan proportioneel de desbetreffende parameters in. Als een gebied bijvoorbeeld grenst aan zowel bebouwing als industrie, vul dan ½ in bij bewoonde omgeving en ½ bij industriële omgeving.

  • Omvang: bepaal de totale omvang van het studiegebied in ha.

  • Afstand tot statistische sectoren § en parameters per sector: Vul per sector de waarderingsfunctie in met bovenstaande parameters en de volgende specifieke parameters:

    • afstand: de afstand van het midden van de sector tot de rand van het gebied in km (in vogelvlucht of beter nog over de weg, afhankelijk van de tot uw beschikking zijnde GIS-tools)
    • percentage vrouwen (bijv. 50% = invullen 0,5)
    • gemiddelde maandelijkse beschikbare gezinsinkomen: gemiddeld voor Vlaanderen is dit 2100€ (2019)
    • gemiddelde volwassen leeftijd (vanaf 18 jaar): leeftijd speelt geen rol als de soortenrijkdom laag is, in dat geval hoeft dit niet opgezocht te worden want dan wordt deze parameter op 0 gezet. Gemiddelde voor Vlaanderen: 48 jaar
    • percentage van de huishoudens dat lid is van een natuur- of milieuorganisatie: voor Vlaanderen is dit gemiddeld 8%.

Deze gegevens zijn terug te vinden op de website van de Studiedienst van de Vlaamse regering (http://www4.vlaanderen.be) of op die van de FOD economie (http://statbel.fgov.be). Indien u dit nog meer gedetailleerd wenst uit te rekenen, kan u gebruik maken van de statistische sectoren. Ook deze informatie is op de website van de Studiedienst van de Vlaamse Regering te vinden. U gaat dan op dezelfde manier te werk.

Voor het percentage lidmaatschap baseert u zich best op de survey sociaal-culturele verschuivingen die de Studiedienst van de Vlaamse Regering jaarlijks uitvoert. De laatste jaren lag het aantal leden van natuur- en milieuorganisaties rond de 8%. Op basis van een mededeling van Natuurpunt kan men ervan uitgaan dat dit evenredig verdeeld is over de gemeenten.

De waarden per sector vermenigvuldigt u met het aantal huishoudens in deze sector. Het aantal huishoudens vindt u terug op de website van de studiedienst van de Vlaamse regering.

U kunt ook gebruik maken van de exceltabel bij de Natuurwaardeverkenner waarin alle benodigde cijfers van 2014 zijn vermeld. Achtergronddocumenten vindt u op https://natuurwaardeverkenner.be/.

Als u al deze waarden optelt, bekomt u de totale jaarlijkse betalingsbereidheid voor het scenario. Door deze methode houdt u niet alleen rekening met de bevolkingskenmerken die een invloed hebben op de betalingsbereidheid, maar ook met de afstand van de huishoudens tot het gebied. Dit is essentieel aangezien de betalingsbereidheid daalt naarmate de afstand tot het gebied stijgt. In plaats van de berekening te doen voor alle sectoren binnen een straal van 50 km, kan u de afstand berekenen waarop de functie op nul valt (zie einde voorbeeld). U berekent dan de functie voor alle sectoren binnen deze afstand. Deze afstand berekent u door de gemiddelden voor Vlaanderen in te vullen in de functie en wiskundig de functie op te lossen voor een afstand waarop de functie gelijk is aan 0.

Uiteraard kunt u ook de tool het opzoek- en rekenwerk laten doen. De webtool zoekt automatisch deze gegevens voor alle statistische sectoren binnen een straal van 50 km en berekent dan de functies.

§ Een statistische sector is de kleinste territoriale basiseenheid gecreëerd door het Belgische Nationaal Instituut voor de Statistiek waarvoor nog socio-economische statistieken worden opgesteld. Anno 2007 waren er in België 19.781 statistische sectoren.

Een voorbeeld​

Een infrastructuurproject zorgt ervoor dat een moeras nabij Mechelen volledig verdwijnt. Dit moeras heeft de volgende kenmerken: een oppervlakte van 100 ha, geen paden in het gebied, hoge soortenrijkdom, grenzend aan landbouwgebied. Het gebied moet gecompenseerd worden.

Er worden 2 gebieden van 50 ha aangelegd, bos en moeras, met paden in het bos en een hoge soortenrijkdom. Het bos grenst voor een deel aan bewoond gebied (75% grenzend aan landbouwgebied, 25% bewoond gebied). Het moeras grenst aan de Dijle (75% omringd door bestaande natuur, 25% door landbouwgebied).

We bepalen de afstanden waarop de functies 0 worden (met een max. van 50 km) en berekenen de volgende formules voor elke sector die binnen de respectievelijke afstand valt. In dit voorbeeld berekenen we enkel de belevings- en overdrachtswaarde voor Mechelen.

Kwantificering: aantal huishoudens in Mechelen: 34 319 huishoudens De gemiddelde volwassen leeftijd is 46,8, het gemiddelde huishoudinkomen bedraagt 3021€/maand en 51% van de bevolking is vrouwelijk. 8% van de huishoudens is lid van een natuur- of milieuvereniging.

De mensen wonen gemiddeld 5 km van het te verdwijnen moeras af. Ze wonen gemiddeld 2 km van het aan te leggen bos/moeras. (dit zijn fictieve cijfers).

Lage schatting BTB/huishouden in Mechelen voor het te verdwijnen moeras:

BTB= (0,034 x weinig of niet begroeid + 0,025 x slikken en schorren + 0,025 x bloem- en soortenrijke graslanden en ruigten + 0,045 x bossen + 0,037 x moerassen en stilstaande wateren + 0,037 x heide en struiken + 0,0072 x soortenrijkdom – 0,00013 x hoge soortenrijkdom x leeftijd + 0,0098 x aanwezigheid wandel- en fietspaden + 0,0018 x natuurlijke omgeving + 0,0016 x bewoonde omgeving – 0,0051 x industriële omgeving + 0,0000024 x inkomen – 0,014 x % vrouwen + 0,029 x % lidmaatschap) x omvang in hectare-0,68 x afstand in km

= 0,034 x 0 + 0,025 x 0 + 0,025 x 0 + 0,045 x 0 + 0,037 x 1 + 0,037 x 0 + 0,0072 x 1 – 0,00013 x 46,8 + 0,0098 x 0 + 0,0018 x 0 + 0,0016 x 0 – 0,0051 x 0 + 0,0000024 x 3021 – 0,014 x 0,51 + 0,029 x 0,08) x 100 -0,68 x 5

= 0,66 € per huishouden per jaar

Hoge schatting BTB/huishouden in Mechelen voor het te verdwijnen moeras:

BTB= (0,042 x weinig of niet begroeid + 0,033 x slikken en schorren + 0,033 x bloem- en soortenrijke graslanden en ruigten + 0,053 x bossen + 0,046 x moerassen en stilstaande wateren + 0,046 x heide en struiken + 0,010 x soortenrijkdom – 0,000085 x hoge soortenrijkdom x leeftijd + 0,011 x aanwezigheid wandel- en fietspaden + 0,0032 x natuurlijke omgeving + 0,0031 x bewoonde omgeving – 0,0040 x industriële omgeving + 0,0000047 x inkomen – 0,0093 x % vrouwen + 0,038 x % lidmaatschap) x omvang in hectare-0.57 x afstand in km

= (0,042 x 0 + 0,033 x 0 + 0,033 x 0 + 0,053 x 0 + 0,046 x 1 + 0,046 x 0 + 0,010 x 1 – 0,000085 x 46,8 + 0,011 x 0 + 0,0032 x 0 + 0,0031 x 0 – 0,0040 x 0 + 0,0000047 x 3021 – 0,0093 x 0,51 + 0,038 x 0,08) x 50 – 0,57 x 5

= 3,60 € per huishouden per jaar

De totale betalingsbereidheid van de stad Mechelen voor het huidige gebied ligt tussen 22.467 € en 123.609€ per jaar.

Lage schatting BTB/huishouden in Mechelen voor nieuw bos: BTB= (0,034 x weinig of niet begroeid + 0,025 x slikken en schorren + 0,025 x bloem- en soortenrijke graslanden en ruigten + 0,045 x bossen en struiken + 0,037 x moerassen en stilstaande wateren + 0,037 x heide en landduinen + 0,0072 x soortenrijkdom – 0,00013 x hoge soortenrijkdom x leeftijd + 0,0098 x aanwezigheid wandel- en fietspaden + 0,0018 x natuurlijke omgeving + 0,0016 x bewoonde omgeving – 0,0051 x industriële omgeving + 0,0000024 x inkomen – 0,014 x % vrouwen + 0,029 x % lidmaatschap) x omvang in hectare-0,68 x afstand in km

= (0,034 x 0 + 0,025 x 0 + 0,025 x 0 + 0,045 x 1 + 0,037 x 0 + 0,037 x 0 + 0,0072 x 1 – 0,00013 x 46.8 + 0,0098 x 1 + 0,0018 x 0 + 0,0016 x 0,25 – 0,0051 x 0 + 0,0000024 x 3021 – 0,014 x 0,51 + 0,029 x 0,08) x 50 - 0,68 x 2

= 1,58 € per huishouden per jaar

Hoge schatting BTB/huishouden in Mechelen voor nieuw bos:

BTB= (0,042 x weinig of niet begroeid + 0,033 x slikken en schorren + 0,033 x bloem- en soortenrijke graslanden en ruigten + 0,053 x bossen + 0,046 x moerassen en stilstaande wateren + 0,046 x heide en struiken + 0,010 x soortenrijkdom – 0,000085 x hoge soortenrijkdom x leeftijd + 0,011 x aanwezigheid wandel- en fietspaden + 0,0032 x natuurlijke omgeving + 0,0031 x bewoonde omgeving – 0,0040 x industriële omgeving + 0,0000047 x inkomen – 0,0093 x % vrouwen + 0,038 x % lidmaatschap) x omvang in hectare-0.57 x afstand in km

= (0,042 x 0 + 0,033 x 0 + 0,033 x 0 + 0,053 x 1 + 0,046 x 0 + 0,046 x 0 + 0,010 x 1 – 0,000085 x 46,8 + 0,011 x 1 + 0,0032 x 0 + 0,0031 x 0,25 – 0,0040 x 0 + 0,0000047 x 3021 – 0,0093 x 0,51 + 0,038 x 0,08) x 50 -0.57 x 2

= 3,03 € per huishouden per jaar

Lage schatting BTB/huishouden in Mechelen voor nieuw moeras: BTB= (0,034 x weinig of niet begroeid + 0,025 x slikken en schorren + 0,025 x bloem- en soortenrijke graslanden en ruigten + 0,045 x bossen + 0,037 x moerassen en stilstaande wateren + 0,037 x heide en struiken + 0,0072 x soortenrijkdom – 0,00013 x hoge soortenrijkdom x leeftijd + 0,0098 x aanwezigheid wandel- en fietspaden + 0,0018 x natuurlijke omgeving + 0,0016 x bewoonde omgeving – 0,0051 x industriële omgeving + 0,0000024 x inkomen – 0,014 x % vrouwen + 0,029 x % lidmaatschap) x omvang in hectare-0,68 x afstand in km

= (0,034 x 0 + 0,025 x 0 + 0,025 x 0 + 0,045 x 0 + 0,037 x 1 + 0,037 x 0 + 0,0072 x 1 – 0,00013 x 46,8 + 0,0098 x 0 + 0,0018 x 0,75 + 0,0016 x 0 – 0,0051 x 0 + 0,0000024 x 3021 – 0,014 x 0,51 + 0,029 x 0,08) x 50 - 0,68 x 2

= 0,74 € per huishouden per jaar

Hoge schatting BTB/huishouden in Mechelen voor nieuw moeras: BTB= (0,042 x weinig of niet begroeid + 0,033 x slikken en schorren + 0,033 x bloem- en soortenrijke graslanden en ruigten + 0,053 x bossen + 0,046 x moerassen en stilstaande wateren + 0,046 x heide en struiken + 0,010 x soortenrijkdom – 0,000085 x hoge soortenrijkdom x leeftijd + 0,011 x aanwezigheid wandel- en fietspaden + 0,0032 x natuurlijke omgeving + 0,0031 x bewoonde omgeving – 0,0040 x industriële omgeving + 0,0000047 x inkomen – 0,0093 x % vrouwen + 0,038 x % lidmaatschap) x omvang in hectare-0.57 x afstand in km

= (0,042 x 0 + 0,033 x 0 + 0,033 x 0 + 0,053 x 0 + 0,046 x 1 + 0,046 x 0 + 0,010 x 1 – 0,000085 x 46,8 + 0,011 x 0 + 0,0032 x 0,75 + 0,0031 x 0 – 0,0040 x 0 + 0,0000047 x 3021 – 0,0093 x 0,51 + 0,038 x 0,08) x 50 - 0.57 x 2

= 2,21 € per huishouden per jaar

In totaal situeert de betalingsbereidheid van de Mechelaars zich tussen 79.350 € en 179.506 € voor beide gebieden samen. De compensatie van het gebied heeft dus jaarlijks een bijkomende culturele waarde tussen de 56.884 € en 55.897 € voor Mechelen.

Deze berekening herhaalt u voor alle sectoren in een straal van maximum 50 km rond het gebied waar de functie niet 0 is.

In het geval van het voorbeeld voor het nieuwe moeras is dit slechts nodig voor alle sectoren binnen een straal van 3,08 km.

(0,034 x 0 + 0,025 x 0 + 0,025 x 0 + 0,045 x 0 + 0,037 x 1 + 0,037 x 0 + 0,0072 x 1 – 0,00013 x 48 + 0,0098 x 0 + 0,0018 x 0,75 + 0,0016 x 0 – 0,0051 x 0 + 0,0000024 x 3035 – 0,014 x 0,51 + 0,029 x 0,08) x 50 - 0,68 x =0

0,68x = 2,09 X=3,08 km